Nederlands
66
Er lekt koffie uit de koffie-
uitloop.
De koffie is niet heet
genoeg.
De machine maalt de
koffiebonen, maar er komt
geen koffie uit de uitloop.
De koffie komt langzaam
uit de koffie-uitloop.
De opgeschuimde melk is
te koud.
De melk schuimt niet op.
De koffiemelange is niet de juist
melange.
De machine is bezig zichzelf in te
stellen.
De zetgroep is vuil.
De koffie-uitloop is verstopt.
De koppen die u gebruikt zijn koud.
De ingestelde temperatuur is te laag.
Controleer de menu-instellingen.
U hebt melk toegevoegd.
De maling is te fijn ingesteld.
De zetgroep is vuil.
De koffie-uitloop is vuil.
De uitgang van het koffiekanaal is
geblokkeerd.
De maling is te fijn.
De zetgroep is vuil.
De uitgang van het koffiekanaal is
geblokkeerd.
De leidingen van de machine zijn
geblokkeerd door kalk.
De kopjes zijn koud.
De melkkan is vuil of niet goed
geplaatst.
Gebruik een andere
koffiemelange.
Zet een paar koppen koffie.
Maak de zetgroep schoon.
Maak de koffie-uitloop en de
openingen schoon met een
pijpenrager.
Verwarm de koppen voor door ze
af te spoelen met heet water.
Stel in het menu de temperatuur in
op hoog.
Of u nu koude of warme melk
toevoegt, door de melk wordt de
koffie altijd iets minder warm.
Stel de molen in op een grovere
maling.
Maak de zetgroep schoon.
Maak de koffie-uitloop en de
openingen schoon met een
pijpenrager.
Maak de uitgang van het
koffiekanaal schoon met de
handgreep van het
multifunctionele gereedschap of
de steel van een lepel.
Gebruik een andere koffiemelange
of pas de instellingen van de
koffiemolen aan.
Maak de zetgroep schoon.
Maak de uitgang van het
koffiekanaal schoon met de
handgreep van het
multifunctionele gereedschap of
de steel van een lepel.
Ontkalk de machine.
Warm de kopjes op met heet
water.
Maak de melkkan schoon en zorg
ervoor dat u de kan goed plaatst.