10
www.aeg.com
een geschikte stekker, die geschikt is
voor de belasting die vermeld is op
het identificatieplaatje. Zorg dat u de
stekker in een goed stopcontact
steekt.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Zorg ervoor dat het netsnoer na
installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Er is brandgevaar als het apparaat
verbinding maakt met een
verlengkabel, een adapter of een
meervoudige aansluiting. Zorg ervoor
dat de aarde-aansluiting overeenkomt
met de normen en regelgeving.
• Laat de stroomkabel niet warmer
worden dan 90° C.
3.6 Aansluitkabel
Gebruik om de aansluitkabel te
vervangen alleen de speciale kabel of
een gelijksoortig type. Het kabeltype is:
H05V2V2-F T90.
Zorg ervoor dat de doorsnede van het
snoer geschikt is voor het voltage en de
bedrijfstemperatuur. De geel/groene
aarddraad moet ongeveer 2 cm langer
zijn dan de bruine (of zwarte) fasedraad.
1. Sluit de groen/gele (aarde) draad aan
op de eindklem gemarkeerd met de
letter 'E' of het aardesymbool
groen/geel gekleurd.
2. Sluit de blauwe (nul) draad aan op de
eindklem gemarkeerd met de letter
'N', of blauw gekleurd.
3. Sluit de bruine (onder spanning
staande) draad aan op de eindklem
gemarkeerd met de letter 'L'. Deze
moet altijd worden aangesloten op
de netwerkfase.
L
N
3.7 Samenstellen
INSTALLATIE AAN BOVENKANT
1.
2.
3.
min.
55 mm
+
2
480 mm
0
4.
, of
min.
min.
650 mm
100 mm
30 mm
2
+
560 mm
0