7. Vóór ingebruikname
1. Controleer of de rolsteiger loodrecht staat (controleer met een waterpas).
2. Controleer of alle wielen op de rem staan.
3. Controleer of de stabilisatoren goed zijn afgesteld en goed contact maken met de ondergrond.
4. Controleer of de rolsteiger is opgebouwd volgens deze handleiding en conform de configuratietabel en ballasttabel.
5. Controleer of de omgevingsfactoren zoals openslaande deuren, automatisch werkende zonneweringen, bovengrondse
elektriciteitskabels, verkeer en/of passanten e.d. geen gevaarlijke situaties kunnen opleveren.
6. Controleer of de rolsteiger veilig kan worden gebruikt en geschikt is voor toepassing waar het voor gebruikt gaat worden.
8. Gewicht en ballast
Ballast is niet vereist bij binnen- en buitengebruik tot de voorgeschreven maximale windkracht 7,9 m/s (max. 4 Beaufort)*. Voor gebruik
bij hogere windkrachten kunt u contact opnemen met Wienese.
9. Verplaatsen van de rolsteiger
Een rolsteiger mag alleen verplaatst worden onder strikte voorwaarden.
1. Voor het verplaatsen van de rolsteiger dient de hoogte te worden gereduceerd tot maximaal 4 m platformhoogte.
2. Verplaats een rolsteiger niet bij een windkracht hoger dan 7,9 m/s (max. 4 Beaufort*).
3. Tijdens het verplaatsen van de rolsteiger mogen zich geen personen en/of materialen op de rolsteiger bevinden.
4. Controleer vooraf de omgevingsfactoren zoals openslaande deuren, overkappingen, kuilen, automatisch werkende zonneweringen,
bovengrondse elektriciteitskabels, weer, verkeer en/of passanten e.d. geen gevaarlijke situaties kan opleveren bij het verplaatsen van de
steiger.
5. Voor het verplaatsen van de steiger mogen de stabilisatoren maximaal 3 cm worden opgetrokken.
6. Voor het verplaatsen van de rolsteiger moeten alle wielen van de rem worden gehaald.
4. Verplaats een steiger uitsluitend in de langsrichting met handkracht over vlakke, horizontale en voldoende draagkrachtige bodem.
8. Controleer na het verplaatsen de rolsteiger op alle punten uit hoofdstuk 'Vóór ingebruikname'.
10. Afbouw van de rolsteiger
De steiger dient in omgekeerde volgorde te worden gedemonteerd, zoals omschreven in de opbouwmethode.
11. Inspectie, zorg en onderhoud
1. Steigers voor professioneel gebruik moeten periodiek worden gekeurd door een deskundige. Lokale wet- en regelgeving kan
aanvullende maatregelen bevatten.
2. Steiger onderdelen dienen met zorg te worden gehanteerd en vervoerd, zodat beschadiging wordt voorkomen.
3. Opslag dient zodanig te zijn georganiseerd dat uitsluitend onbeschadigde delen in de juiste aantallen beschikbaar komen voor de
opbouw van de steiger.
4. Controleer alle beweegbare delen op vervuiling en een goede werking.
5. Controleer alle onderdelen op beschadiging. Beschadigde, versleten of verkeerde onderdelen mogen niet worden gebruikt. Vervang
deze uitsluitend door originele onderdelen. Deze moeten op dezelfde wijze gemonteerd worden als het te vervangen onderdeel, om
ongevallen te voorkomen. Montage (bevestiging) en/of reparatie geschiedt voor eigen rekening en risico. De leverancier is niet
aansprakelijk voor schades veroorzaakt door foutieve montage en/of reparatie.
6. Productiecode (JJ-WW) kan gevonden worden op: schoren, de buis, frames, de staander, platformen, binnenzijde platformliggers,
stabilisatoren en de buitenbuis.