6. PROBLEMEN OPLOSSEN
Als u geen enkel signaal krijgt:-
• Controleer of de camera en de monitor aanstaan.
• Controleer of alle stekkers er goed in zitten.
• Als de camera/monitor op batterijen werkt, vervang alle batterijen met nieuwe batterijen.
Als het signaal zwak is, of als er storing optreedt:-
• Als er een magnetronoven in gebruik is tussen de camera en de monitor, verwijder de
magnetronoven of zet deze uit, of verplaats de monitor.
• Controleer of de camera en de monitor binnen elkaars bereik zijn (het bereik is ongeveer
150 meter in een direct-zichtverbinding).
• Als het 'power' LED-lampje aan is, maar alleen een stemsignaal wordt waargenomen,
staat de monitor misschien in de stemgeactiveerde stand. Druk op de 'Auto' knop om het
beeldscherm aan te zetten.
Als het bericht "OUT OF RANGE" op de monitor (ouderunit)
verschijnt:-
Als de serienummers van de camera en monitor niet overeenkomen, moeten ze 'gekoppeld'
worden. Bij niet bij elkaar passende units verschijnt het bericht "OUT OF RANGE" op de
monitor totdat ze gekoppeld zijn. Druk tegelijkertijd op de nachtlamp knop op de camera
en op de VOX knop op de monitor, en houd ze voor ongeveer 5 seconden ingedrukt,totdat
de monitor het beeld toont dat de camera doorzendt.Dit hoeft slechts één keer gedaan te
worden bij installatie.
7. ZORG EN ONDERHOUD
• Hou alle onderdelen en toebehoren buiten bereik van kinderen.
• Vingerafdrukken of vuil op het lensoppervlak kunnen de werking van de camera nadelig
beïnvloeden. Vermijdt het aanraken van het lensoppervlak met uw vingers.
• Mocht de lens vuil worden, gebruik een blazer om vuil en stof weg te blazen, of gebruik een
zachte droge doek om de lens schoon te vegen.
• Hou de camera droog. Neerslag, vocht en andere vloeibare stoffen bevatten mineralen die
electronische circuits aantasten.
• Niet gebruiken of opbergen in een stoffige of vuile omgeving.
• Niet opbergen in een warme omgeving. Hoge temperaturen kunnen de levensduur van
electronische apparaten verkorten en bepaalde plastics vervormen of smelten.
50