nEDERLanDs
uitsluitend de montageschroef
dat u de schroef stevig vastdraait.
De riemhaak en de magnetische bithouder kan voor
links‑ of rechtshandige gebruikers aan een van beide
zijden van het gereedschap worden bevestigd, maar
alleen met de meegeleverde schroef. Als u de haak of de
magnetische bithouder niet wilt gebruiken, kunt deze van het
gereedschap afhalen.
U kunt de riemhaak of de magnetische bithouder verplaatsen
door de schroef waarmee ze vastzitten, te verwijderen en de
haak of de houder aan de andere zijde te monteren. Let erop
dat u de schroef stevig vastdraait.
Schakelaar variabele snelheid (Afb. A)
U kunt het gereedschap inschakelen door de schakelaar voor
variabele snelheid/an/Uit in te knijpen
uit te schakelen laat u trekkerschakelaar los. Uw gereedschap
is voorzien van een rem. De boorhouder stops zodra de
trekkerschakelaar volledig wordt losgelaten.
OPMERkInG: Het continue gebruik op variabele snelheden
wordt niet aanbevolen. Dit kan de schakelaar beschadigen en
dient te worden voorkomen.
Zijgreep (Afb. A, D)
WAARSCHUWING: Om het gevaar op persoonlijk letsel
te verminderen bedient u het gereedschap ALTIJD als de
zijgreep correct is geïnstalleerd. Als u dit nalaat kan het
ertoe leiden dat de zijgreep wegglijdt tijdens de bediening
van het gereedschap en u de controle erover verliest.
Houd het gereedschap met beide handen vast om zoveel
controle te houden.
De zijgreep
14
klemt vast aan de voorzijde van de
versnellingsbehuizing en kan 360º worden gedraaid voor
zowel rechtshandig als linkshandig gebruik. De zijgreep moet
voldoende stevig zijn bevestigd om weerstand te bieden
aan het wegdraaien van de boor als het accessoire vastzit
of vastloopt. Zorg ervoor dat u de zijgreep aan het uiteinde
vastpakt om het gereedschap tijdens vastlopen onder controle
te houden.
Als het model niet is uitgerust met een zijgreep houdt u de boor
met één hand aan de handgreep vast en met de andere hand
aan de accu.
OPMERkInG: Zijgrepen worden bij alle modellen geleverd.
Knop vooruit/achteruit (Afb. A)
De knop vooruit/achteruit
4
gereedschap draait en dient ook als vergrendelingknop.
Om vooruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los en
drukt u de vooruit/achteruit knop aan de rechterkant van het
gereedschap in.
Om achteruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los
en drukt u de vooruit/achteruit knop aan de linkerkant van het
gereedschap in.
84
12
die is meegeleverd. Let erop
3
. Om het gereedschap
bepaalt de richting waarin het
De middenpositie van de controleknop vergrendelt het
gereedschap in de 'uit' stand. Zorg ervoor dat u de trekker
loslaat als u de stand van de controleknop wijzigt.
OPMERkInG: De eerste keer als het gereedschap draait
nadat de draairichting is gewijzigd, hoort u misschien een klik
bij het opstarten. Dit is normaal en betekent niet dat er een
probleem is.
Aanhaalmoment Stelkraag/Elektronische
koppeling (Afb. A)
Uw gereedschap heeft een elektronisch stelmechanisme
voor het aanhaalmoment van de schroevendraaier voor het
aandraaien en verwijderen van allerlei bevestigingsmateriaal.
Rond de stelkraag aanhaalmoment
afgedrukt. Deze getallen worden gebruikt om de versnelling in
te stellen om een torsiebereik te leveren. Hoe hoger het getal op
de stelring, hoe hoger de torsie en hoe groter de bevestiging die
kan worden aangedreven. Om een getal te kiezen draait u net
zolang totdat het gewenste getal op één lijn met de pijl staat.
WAARSCHUWING: Wanneer de stelkraag
aanhaalmoment in de stand voor de boor of de
hamerboor staat, grijpt de koppeling van de boor niet in.
De boormachine kan vastlopen als u deze overbelast en er
kan dan een plotselinge draaibeweging ontstaan.
Schakelen op drie snelheden (Afb. A)
De functionaliteit schakelen op drie snelheden van uw
gereedschap stelt u in staat te schakelen tussen versnellingen
om meer mogelijkheden te hebben. Om snelheid 1 te kiezen
(hoogste torsie‑instelling) zet u het gereedschap uit en laat u
het tot stilstand komen. Schuif de versnellingschuif
naar voren. Snelheid 2 (middelste torsie en snelheidsinstelling)
bevindt zich in de middelste stand. Snelheid 3 (hoogste
snelheidsinstellingen) bevindt zich achteraan.
OPMERkInG: Verander niet van versnelling als het
gereedschap aan staat. Zorg altijd dat de boor volledig tot
stilstand is gekomen voordat u van versnelling wisselt. Als
u problemen ondervindt bij het wisselen van versnellingen,
zorg dan dat de versnellingsschakelaar zich in één van de drie
snelheidsinstellingen bevindt.
Als de versnellingswissel vast komt te zitten of als het kiezen
van de gewenste versnelling moeilijk is, trek dan de Aan/
Uit‑schakelaar
3
in zodat u de motor kunt laten draaien. en kies
vervolgens de gewenste stand.
LED‑werklicht (Afb. E)
Het LED werklicht
9
en de schakelaar
zich op de voet van het gereedschap. Het werklicht wordt
ingeschakeld wanneer u de aan/uit‑schakelaar indrukt. U
kunt de standen laag, middel, en spotlight wisselen door de
schakelaar op de voet van het gereedschap te verzetten. Als u
de Aan/Uit‑schakelaar ingedrukt houdt, blijft het werklicht in
alle standen branden.
Wanneer de stand laag of middel is ingeschakeld, blijft
het werklicht 20 seconden branden nadat u de schakelaar
hebt losgelaten.
5
staan nummers
8
geheel
10
ervan bevinden