16
5. Meet het wasmiddel en wasver-
zachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig. Zorg bij het sluiten van
de lade dat de klep geen blokke-
ring veroorzaakt.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
1. Draai de programmaschakelaar.
2. Het lampje van toets
het rood.
3. De lampjes van de standaard tem-
peratuur en centrifugesnelheid
gaan aan. om de temperatuur en/
of de centrifugesnelheid te wijzi-
gen, drukt u op de bijbehorende
toetsen.
4. Stel de beschikbare functies in en
het startuitstel. Als u op de relevan-
te toets drukt, gaat het lampje van
de ingestelde functie aan, of toont
de display het bijbehorende sym-
bool.
3. Draai de klep omhoog om poeder-
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
5. Druk op toets
4
knippert in
EEN PROGRAMMA
ONDERBREKEN
1. Als u op de toets
2. Als u opnieuw op toets
EEN PROGRAMMA
ANNULEREN
1. Draai de programmaknop op
wasmiddel te gebruiken.
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OM-
LAAG:
– Gebruik geen gelatineachtige
of dikke vloeibare wasmidde-
len.
– Giet niet meer vloeibaar was-
middel in het vakje dan de li-
miet op de klep.
– Stel de voorwasfase niet in.
– Stel de startuitstelfunctie niet
in.
4
ma te starten. Het lampje van toets
4
brandt in het rood.
dicatielampje knippert.
Het wasprogramma gaat verder.
om het programma te annuleren.
om het program-
drukt: Het in-
4
drukt.
4