CLMD33 / 33S: IP40
Zie de kenplaat van de condensator voor de IP-graad.
5.2.3
Opstelling en gebruik
Installatie dient binnen te gebeuren op een vaste ondergrond of door bevestiging op een stevige grondplaat of
grondraam, in goed verluchte omstandigheden waar de luchttemperatuur rondom de condensator de volgende
waarden niet overschrijdt: 35 °C / 95 °F jaargemiddelde; 45 °C / 113 °F gemiddelde over 24 uur en 55 °C / 131 °F
korte duur (volgens IEC 60831 deel 1 en 2 voor producten van categorie -25/D). CLMD13, 43, 53, 63 en 83 bestaan
eveneens in uitvoering voor buitenopstelling.. De temperatuurklasse is dan -40/D volgens IEC60831. Zie de kenplaat
voor specificaties. Blootstelling aan de zon kan condensatoren oververhitten. Extra voorzorgen zijn dan nodig.
WAARSCHUWING: met de omgevingstemperatuur van in een kast ingebouwde condensatoren wordt de
temperatuur rond de condensatoren zelf bedoeld en niet de temperatuur rond de kast.
WAARSCHUWING: Zoals gebruikelijk bij andere condensatoreenheden in standaarduitvoering, zijn de
ontladingsweerstanden van CLMD-condensatoren niet geschikt voor hoge schakelfrequenties (minimale
ontlaadtijd : 40").
Een bijkomende ontladingsinrichting is geen oplossing voor dergelijke gevallen, en er dienen speciaal voor deze
toepassing geschikte condensatoren te worden gebruikt.
5.2.4
Verticale en horizontale bevestiging
De CLMD-eenheden dienen zodanig bevestigd te worden dat een natuurlijke luchtstroom van onder naar boven
verzekerd is.
Minimale vrije ruimte tussen eenheden :
– CLMD13: 20 mm
– CLMD33 / 33S: 20 mm (25mm voor eenheden ≥ 30 kvar)
– CLMD43-45, 53, 63-65 en 83-85: 50 mm
In geval van verticale montage dient een voldoende geperforeerde montageplaat of een stel montagerail gebruikt te
worden teneinde een vrije luchtstroom mogelijk te maken tussen de condensatoren (fig. 2). De condensatoren mogen
niet ondersteboven geplaatst worden (fig. 3).
Zorg dat bij horizontale plaatsing de luchtstroom tussen de condensatoren gaat (fig. 4). Vermijd elke montage waarbij
de luchtstroom gehinderd wordt (fig. 5).
5.2.5
Opstelling in een kast
WAARSCHUWING: de richtlijnen zijn enkel geldig indien de volgende grenswaarden geëerbiedigd worden:
Maximale ruimtetemperatuur: 40°C (1 uur).
Max. 24-uurs gemiddelde ruimtetemperatuur: 35°C.
Max. jaargemiddelde ruimtetemperatuur: 25°C.
Wanneer de condensatoren in een kast geplaatst worden dient voor een optimale koeling gezorgd te worden. Plaats
componenten met een hoge warmte-afgifte bij voorkeur boven de condensatoren teneinde oververhitting te
voorkomen. Indien filterspoelen gebruikt worden dient vermeden te worden dat zij rechtstreeks hitte afstralen op de
condensatoren. Een hitteschermwordt aanbevolen. Filterspoelen geven meestal veel warmte af; daarom moet met
hun thermische invloed door convectie eveneens rekening gehouden te worden.
1. natuurlijke luchtdoorstroming
STATUS
Released
SECURITY LEVEL
External
L O W V O LTA GE CAPA CITO RS CLM D
DOCUMENT ID
9AKK107046A5100
REV.
LANG.
PAGE
L
nl
22/38
© 2022 Hitachi Energy. All rights reserved.