BAROMETER
2
1
1. Indicator schermvak Hoogte
2.
: Alarm voor veranderingen in luchtdruk
3. TODAY/MONTHLY/MIN/MAX: Toon maximum/minimum luchtdruk van
vandaag/deze maand
4. Barometertrend
5. Indicator uurmetingen (van -24 tot 0)
6. inHg / mmHg / mb / hPa: Barometereenheid
7. M / FEET: Hoogte-eenheid
8. Barometergegevens
NEERSLAG
1
2
8
1.
HI-alarm: Alarmen voor neerslagintensiteit en neerslag afgelopen 24 uur.
2. TODAY/MONTHLY/MAX: Toon de maximummeting voor neerslag/
neerslagintensiteit van vandaag/deze maand
3. Indicator uurmetingen (van -24 tot 0)
4. RATE: Neerslagintensiteit
5. THIS HOUR/ACCUM/PAST 24hrs: Geselecteerde periode
6. In/mm: Eenheid neerslag; In/hr / mm/hr: Eenheid neerslagintensiteit
7. Weergave neerslagmeting
8. Indicator schermvak Neerslag
INSTALLATIE
Zorg dat u gereedschap bij de hand hebt voordat u uw installatie begint. U heeft
verschillende soorten schroevendraaiers en sleutels of een schroefboormachine nodig.
NEERSLAGSENSOR/THERMO- / HYGROSENSOREN OPSTELLEN
De neerslagmeter verzamelt regen en meet neerslaggegevens. Het zendkastje
kan draadloos gegevens verzenden naar het basisstation.
1
2
All manuals and user guides at all-guides.com
3
4
5
6
8
7
3
4
5
7
6
1. Controleer of de gegraveerde pijl in de richting van de locatie van het zendkastje wijst.
2. Houd de drie schroefgaten van de neerslagmeter met drie dubbelzijdige bouten
op de behuizing van de thermo-/hygrosensor.
3. Drie drie Schroeven van type B stevig vast in de dubbelzijdige bouten om te
zorgen voor een stevige verbinding.
4. Plaats het regenreservoir op de juiste
wijze op de neerslagmeter, en draai hem
goed vast met de klok mee.
5. Plaats het plastic vuilfilter in het regenreservoir.
NB Knip de kabelbinder van het kiepvat af
voor gebruik.
PLAATSEN WINDSENSOR
De windsensor meet windrichting en -snelheid.
1. Draai de schroeven op de windvanger en de windvaan los.
2. Steek de top van de windsensor stevig en met enige druk in de windvanger,
en draai hem stevig vast.
3. Steek de onderkant van de windsensor stevig
en met enige druk in de windvaan, en draai hem
stevig vast.
NB Er zit een rubber ring om de bovenkant van
de windsensor om te voorkomen dat deze tijdens
installatie beschadigd raakt. U kunt de rubber ring
iets omhoog bewegen voordat u de windvanger
erin steekt.
ZENDKASTJE OPSTELLEN
1. Houd de bevestigingsring van het zendkastje boven het onderkant van het gat
van de neerslagmeter.
2. Plaats de bevestigingsrand in de bevestigingsring van het zendkastje, met
enige druk door het gat van de neerslagmeter. U hoort en klik.
NB Het zendkastje bevat geavanceerde elektronische onderdelen, dus behandel
deze met zorg.
KABELAANSLUITINGEN
Het is raadzaam alle sensorkabels aan te sluiten op
het zendkastje alvorens de paal te positioneren.
1. Schroef het zendkastje open.
2. Verwijder de rubber stopper uit de kabelopening.
3. Sluit de kabels van alle sensoren aan via
het kabelopening.
4. Steek de sensorkabels in de betreffende
aansluitingen. Onder elke aansluiting wordt
de naam weergegeven. U hoort en klik.
5. Plaats de rubber stopper terug in de kabelopening.
5
Cable Tie
0.3MM