Anleitung_RPC_4640_SPK2:_
De meeste problemen met de geleiderail kunt u
voorkomen door de kettingzaag goed te
onderhouden.
Een onvoldoend geoliede geleiderail en het gebruik
van de zaag met een te HARD GESPANNEN ketting
dragen aan een snelle slijtage van de geleiderail bij.
Om de slijtage van de rail te verminderen bevelen wij
de volgende stappen voor het onderhoud van de
geleiderail aan.
Let op! Draag bij onderhoudswerkzaamheden
altijd veiligheidshandschoenen. Onderhoud de zaag
niet als de motor nog warm is.
Omdraaien van de geleiderail
De geleiderail dient om de 8 werkuren te worden
omgedraaid om een gelijkmatige slijtage te
verzekeren.
Maak de gleuf van de geleiderail en het olievulgat
altijd schoon m.b.v. het optioneel bijgeleverde
reinigingsgereedschap voor railgleuven (fig. 21A).
Controleer de randen van de railgleuf regelmatig op
slijtage, verwijder baarden en, indien nodig, vijl de
randen van de railgleuf recht m.b.v. een vlakvijl (fig.
21B).
Let op! Maak een nieuwe ketting nooit op een
afgesleten geleiderail vast.
Oleidoorlaatopeningen
Oliedoorlaatopeningen op de geleiderail moeten
worden schoongemaakt teneinde het behoorlijk oliën
van de rail en de ketting tijdens het bedrijf te
verzekeren.
Aanwijzing: De toestand van de
oliedoorlaatopeningen kan gemakkelijk worden
gecontroleerd. Als de doorlaatopeningen schoon zijn,
gaat er enkele seconden naar het starten van de
zaag automatisch olie wegspatten van de ketting. De
zaag heeft een automatische smeerinrichting.
Automatische kettingsmering
De kettingzaag is uitgerust met een automatische
smeerinrichting met tandwielaandrijving. Deze
inrichting voorziet de geleiderail en de ketting
automatisch van de juiste hoeveelheid olie.
Naarmate het motortoerental wordt verhoogd, gaat
ook de olie sneller naar de plaat van de geleiderail
stromen.
De kettingsmering is in de fabriek optimaal afgesteld.
Mochten bijregelingen noodzakelijk zijn, breng dan
de zaag naar de geautoriseerde klantenservice.
11.12.2009
13:31 Uhr
Seite 49
Aan de onderkant van de kettingzaag bevindt zich de
afstelschroef voor de kettingsmering (fig. 26, pos. A).
Door de schroef naar links te draaien verhoogt u de
kettingsmering, door ze naar rechts te draaien
vermindert u de kettingsmering.
Om de kettingsmering te controleren houdt u de
kettingzaag met de ketting over een blad papier en
geeft u enkele seconden vol gas. Op het papier kan
dan telkens de afgestelde hoeveelheid olie worden
gecontroleerd.
7.2.7 Onderhoud van de ketting
Scherpen van de ketting
Voor het scherpen van de ketting is speciaal
gereedschap vereist waarmee gewaarborgd is dat de
messen met de juiste hoek en de juiste diepte worden
gescherpt. Aan de onervaren gebruiken van
kettingzagen is aan te bevelen de zaagketting door
een deskundige van de lokale dienst na verkoop te
laten scherpen. Als u het scherpen van uw eigen
zaagketting aandurft, koop dan het speciale
gereedschap aan bij de professionele dienst na
verkoop.
Ketting scherpen (fig. 22)
Scherp de ketting met veiligheidshandschoenen en
een ronde vijl, ø4,8 mm.
Scherp de punten alleen met naar buiten gerichte
bewegingen (fig. 23) en neem de waarden volgens
fig. 22 in acht.
Na het scherpen moeten alle snijschakels even breed
en lang zijn.
Let op! Een scherpe ketting produceert
welgevormde spanen. Als de ketting zaagmeel
produceert, is ze aan een scherpbeurt toe.
Nadat de snijvlakken 3 tot 4 keer zijn gescherpt dient
u telkens de hoogte van de dieptebegrenzers te
controleren en die, indien nodig, met een vlakvijl
dieper te leggen en dan de voorste hoek af te ronden
(fig. 24).
Kettingspanning
Controleer dikwijls de spanning van de ketting en
regel die zo vaak mogelijk bij zodat de ketting nauw
bij de geleiderail aansluit, maar nog los genoeg is om
met de hand te kunnen worden getrokken. (zie
hieromtrent ook punt 5.3)
NL
49