sen 10 en 200% van de lasstroom.
Aflooptijd. Kan worden ingesteld op een waarde tus-
sen 0,1 en 10 seconden. Bepaalt de aflooptijd tussen de
startstroom en de lasstroom en tussen de lasstroom
en de kratervulling (vullen van de krater aan het einde
van het lassen).
De kratervulling kan worden ingesteld op een waarde
tussen 10 en 200% van de ingestelde lasstroom.
Het lassen begint zodra op de knop van de lastoorts
wordt gedrukt.
De startstroom zal worden opgeroepen.
Deze stroom blijft behouden zolang de knop van de las-
toorts ingedrukt wordt. Als de knop losgelaten wordt,
verbindt de startstroom zich met de lasstroom. Deze
verbinding blijft behouden tot de knop van de lastoorts
opnieuw wordt ingedrukt.
De volgende keer dat op de knop van de lastoorts ge-
drukt wordt, vindt de verbinding met de kratervulling
plaats. Deze verbinding blijft behouden tot de knop van
de lastoorts opnieuw wordt ingedrukt.
Om de waarden van de startstroom, de aflooptijd en de
kratervulling te kunnen instellen, moet het hoofdmenu
worden geopend met de toets F MENU en moet vervol-
gens met een druk op de toets PARAMETERS het menu
procesparameters worden geopend.
Selecteer de parameter door aan de knop 2 te draaien.
Met een druk op de knop wordt het scherm voor de in-
stelling geopend. Door aan de knop te draaien kan de
waarde worden ingesteld.
Met een druk op de toets DEF worden de fabrieksinstellin-
gen van de parameters hersteld.
D
Inductantie.
0.0
De instelling kan variëren van -9,9 tot +9,9 sec. De fabri-
kant heeft deze waarde ingesteld op nul. U kunt de im-
pedantie laten afnemen, waardoor de boog harder wordt,
door een negatieve waarde in te stellen. U kunt echter
ook voor een zachtere boog kiezen door een positieve
waarde in te stellen.
U kunt de functie openen door deze met een vinger aan
te raken. Draai aan de knop 2 om de waarde te regelen.
E
Boogcorrectie.
0.0
Selecteer de booglengte door deze met een vinger aan
te raden om de lengte te kunnen wijzigen. Draai aan de
knop 2 om de waarde te regelen.
F
Menu.
MENU
U kunt de functie selecteren door deze met een vinger aan
te raken.
Selecteer de functie en het Hoofdmenu wordt geopend.
Proces
KEUZE VAN HET TYPE LASPROCES, MIG,
TIG OF MMA.
Als u het lasproces MIG
2 het type boogoverdracht selecteren: MIG Pulse, MIG
Short en MIG Manual. Bevestig uw keuze door op de
knop 2 of op de toets
Materiaal KEUZE VAN HET TYPE EN DE DIAMETER
VAN DE DRAAD EN HET LASGAS.
Bevestig uw keuze door op de knop 2 of op de toets
te drukken.
heeft, kunt u met de knop
te drukken.
.
123