ingeschakeld, druk op de toets om het apparaat uit te schakelen; wanneer
uitgeschakeld, druk op de toets om het apparaat in te schakelen.
2: Modus selectietoets: Wanneer ingeschakeld, druk op de toets om tussen de koel-,
ventilator- en ontvochtigingsmodus te schakelen.
3: Sleepmodus:
In de koelmodus, druk op de omhoog (UP) en ventilatortoets om de sleepmodus in te
schakelen. Het apparaat werkt vervolgens in de stille energiebesparingsmodus.
4: Omhoog-toets en omlaag-toets: gebruik deze twee knoppen om de temperatuur
te regelen of de tijd in te stellen, zoals volgt:
Om de temperatuur te regelen, druk op de omhoog- of omlaag-toets totdat de
gewenste temperatuur wordt bereikt (niet beschikbaar in de ventilator- of
ontvochtigingsmodus).
Om de tijd in te stellen, druk op de omhoog- of omlaag-toets totdat de gewenste tijd
wordt bereikt.
5:
Ventilatorsnelheid selectietoets:
In de koel- en ventilatormodus, druk op de toets om het apparaat op de hoge of lage
ventilatorsnelheid te laten werken. In bepaalde omstandigheden is het mogelijk dat
het apparaat niet volgens de ingestelde ventilatorsnelheid werkt.
In de ontvochtigingsmodus wijzigt de ventilatorsnelheid niet wanneer u op deze toets
drukt. Het apparaat werkt alleen op de lage ventilatorsnelheid.
6: Timertoets:
Wanneer ingeschakeld, druk op de toets om de timer uit te schakelen; wanneer
uitgeschakeld, druk op de toets om de timer in te schakelen.
Druk op de toets en het timersymbool knippert. Druk op de omhoog- en
omlaag-toets om de gewenste tijd te selecteren.
De timer kan tussen 1 en 24 uur worden ingesteld. Elke druk op de knop verhoogt
of verlaagt de tijd met één uur.
7: Auto Swing
Druk bij het starten op deze toets om de ventilator te laten oscilleren.
2. De afstandsbediening gebruiken
Beschrijving van het bedieningspaneel:
322