Voor alle werkzaamheden
Attentie
aan de pomp NETSTEKKER
UITTREKKEN!
Neem daarbij de veiligheidsinstructies van hoofd-
stuk 1 in acht. Voor ieder onderhoud moet de
voedingstank leeggepompt worden om een uit-
drukken van afvalwater te vermijden.
4.1 Uitbouw van de pomp
Door losmaken van de eenhandsnelsluiting en de
drie veiligheidshendels kan de pomp snel en zon-
der gereedschap uitgenomen worden. De terugs-
lagklep in de aansluiting van de tank verhindert, dat
afvalwater, dat zich nog in de afvoerleiding (druklei-
ding) bevindt, in de installatie terugvloeit (afb. 4).
4.2 Onderhoud
Voor alle werkzaamheden aan de pomp is het aan-
geraden, om de pomp uit de installatie te heffen en
aan een grove reiniging te onder-werpen. Andere
taken dan beschreven mogen niet worden uitge-
voerd. Het onderhoud moet altijd door deskundig
personeel uitgevoerd worden. Reparaties mogen
uitsluitend door de fabrikant worden uitgevoerd.
Algemeen onderhoud
Volgens DIN 1986-3 onderhoud wordt uitge-
voerd door een expert (professioneel bedrijf) uit-
gevoerd:
In eengezinswoningen onderhoud na 12 maan-
den uit te voeren na 6 maanden bij Mehrfami-
lienhäuseern. Voor commercieel gebruik overal
Systemen is het onderhoud uit te voeren na 3
maanden. Er moet een zichtcontrole van alle in-
stallatiedelen uit-gevoerd worden. De installatie
moet op afzettingen en slijtage gecontroleerd
worden.
Bij de volgende delen is eveneens een zichtcon-
trole uit te voeren, eventueel moeten installatie-
delen van afzettingen worden gereinigd:
- snijvoorziening
- ontluchtingsopening
- drukaansluiting
- druksensor
- verzameltank
4. Reiniging en onderhoud
75
4.3 Onderhoud van de geïntegreerde
terugslagklep
De pomp uitnemen. Het water, dat nog in de
drukleiding is, door even openen van de terugs-
lagklep in de tank laten terugvloeien. Na de uit-
bouw van het koppelingsstuk (losschroeven van
de schroeven) kan de terugslagklep uitgenomen
en gereinigd worden. Op deze wijze is ook een
ongehinderde toegang om de drukleiding te rei-
nigen mogelijk.
4.4 Inbouw van de pomp
Voor het opnieuw inbouwen alle afdichtvlakken
reinigen en invetten. De pomp weer terug plaatsen.
4.5 Controle druksensor
De luchtslang uit de schroefverbinding losmaken.
Vrije doorgang naar het schakeltoestel controle-
ren (evt. moet condenswater verwijderd worden).
Daarna de slang weer monteren. Door openen
van de eenhandsnelsluiting de drukbuis losma-
ken. De drukbuis uit de installatie nemen en op
verontreinigingen controleren.
De drukbuis in een klaarstaande wateremmer
dompelen. Als de pomp door onderdompelen
van de druksensor inschakelt is de functionaliteit
gevrijwaard. Gelieve indien dit niet het geval is
contact met de klantenservice op te nemen.
Attentie
Voor het opnieuw inbouwen van de druksen-sor
in de pompplaat moet het water vooraf uit de ver-
zameltank gepompt worden, omdat an-ders de
schakelpunten niet correct zijn ingesteld.
4.6 Controle van de optische sonde
Schroeven losschroeven, sonde demonteren. De
sonde in water dompelen. Als de pomp aanloopt
en zowel optische als akoestische waarschuwings-
voorzieningen geactiveerd worden, is de sonde
functioneel. Sonde weer monteren, schroeven
aanhalen. Foutbevestiging gebeurt volgens mon-
tage- en bedieningshandleiding schakeltoestel.