BEDIENINGSELEMENTEN en AANSLUITING
Bedieningselementen
U kunt in de functioneringswijze automatisch en/of mens aanwezig
de deuren met behulp van de knoppen op de deksel OPENEN en
SLUITEN.
In de automatische functioneringswijze kan de deur op elk moment
met de knop STOP tot stilstand gebracht worden.
Voor de bediening van buitenaf kunt u andere bedieningselementen,
zoals bijvoorbeeld een driedubbele knop, aansluiten.
Een schakelaar die binnen of buiten met een kabel aan het plafond
hangt bedient het OPENEN-STOP-SLUITEN van de deur.
U kunt de deur altijd met de handmatige afstandsbediening stoppen
als een optionele afstandsbediening aangesloten is.
De voedingskabel aansluiten (afb.1)
Aan de klemmen L1, L2, L3 en aan de PE-klem is een CEE-stekker
van 16A aangesloten.
U kunt de UST2 centrale echter ook met de optionele driefasige
hoofdschakelaar verbinden.
In dit geval moet u tijdens de montage de CEE-stekker verwijderen.
1
PE
X1
L1
Voedingslijn
CEE-stekker 16A
De driefasige reductiemotor aansluiten (afb. 2)
Sluit de driefasige reductiemotor aan op de klemmen U, V, W en PE.
Sluit de reductiemotor aan op de losse klem M van de voedingskabel
als deze van een neutrale draad N voorzien is, bijvoorbeeld voor een
rem aangestuurd door een 230 V gelijkrichter.
2
X2
U V W
Motor
PE
4 – Nederlands
L2 L3
M
3~
Jumper
Tussen de klemmen STOP (J8) en DW (J25) op het klemmenblok X5
is een geleiderbrug gemonteerd. Op de contacten SH-AUF (J2) en
(J3) zijn jumpers aangebracht.
De draairichting controleren
Controleer de draairichting in de functioneringswijze persoon
aanwezig met de toetsen OPEN en DICHT als u de reductiemotor
aangesloten heeft.
Haal de CEE-stekker los en keer de aansluitingen U en V om
(omkeren fases) als u de draairichting niet overeenstemt met de
pijlen op de knoppen.
Eindslagen instellen (afb.3)
Sluit op de bedieningscentrale UST2 de twee eindslagen OPENEN
en SLUITEN als een contact met nulpotentiaal aan op de klemmen
E-OPENEN (J8) en E-SLUITEN (J9) van het klemmenblok X5. Sluit
het veiligheidscircuit met ingebouwde eindslagen aan op de klem
STOP (J5) van het klemmenbord X5.
Verwijder de jumper SH-OPENEN (J2)!
Hieronder beschrijven we de procedure voor het instellen
van de eindslagen.
3
Thermische schakelaar
Noodzwengel
Thermische
schakelaar
Aansluiting directe veiligheidsschakelaars
Sluit de beveiligingselementen die direct tijdens het bedieningsproces
ingrijpen aan op de klem J6 van het klemmenblok X5. Zoals de
noodstop of het antivalsysteem, de beschermingsinstallatie tegen
invangen en de beveiliging van de voetgangersdeur.
De zenders bedieningen OPEN, STOP, DICHT
aansluiten (afb.4)
Sluit voor de bediening van buitenaf een driedubbele knop aan op
het klemmenblok X3 van de UST2 bedieningscentrale. In dit geval
fungeren de twee knoppen OPEN en DICHT als maakcontacten
(NA).
De knop STOP is aangesloten op het beveiligingscircuit en moet dus
als een rustcontact (NC) zijn aangesloten.
Verwijder de geleiderbrug van de klem J10 en sluit de knop STOP
(rustcontact) aan als u een stopknop op het klemmenblok X3 moet
aansluiten!
4
Verbinding van de bedieningselementen
STOP, OPEN, IMPULS en DICHT
DICHT
OPEN
STOP + - + - Einds. voorb.
J12
J10
J9
X3
Voor-eindslag
Eindsl.
Eindsl.
openen
sluiten
J24
J23
J27