Kettingzaag dragen
– Draag de kettingzaag enkel met een
geblokkeerde zaagketting.
– Draag de kettingzaag enkel aan de
handgreep.
– Draag de kettingzaag met de zaagrail
naar achteren.
– Breng voor langere trajecten de zaag-
kettingbescherming aan.
Werkpositie
GEVAAR
Levensgevaar door snijwonden die worden
veroorzaakt door een ongecontroleerde
beweging van de kettingzaag of het zaag-
goed.
– Breng de kettingzaag niet in de li-
chaamsas.
– Houd de kettingzaag naast het lichaam
zodat geen lichaamsdelen in het bewe-
gingsbereik van de kettingzaag staan.
– Houd zoveel mogelijk afstand tot het
zaaggoed.
Neem andere gedragsregels in het
hoofdstuk „Werktechnieken" in acht.
Reactiekrachten
GEVAAR
Levensgevaar door snijwonden die veroor-
zaakt worden door plotseling optredende
reactiekrachten.
Terugstoot (Kick-Back)
Een terugstoot ontstaat als:
– de zaagketting in het bovenste bereik
van de zaagrailpunt onverwacht een
hindernis raakt;
– de zaagketting aan de zaagrailpunt ge-
kneld zit.
GEVAAR
Levensgevaar door terugslaande ketting-
zaag
– Plan de snede en analyseer de gevaren
vooraleer u met het zagen begint.
– Houd de kettingzaag altijd met beide
handen stevig vast.
– Zaag altijd volgas en wacht tot de ket-
ting het volledige toerental heeft be-
reikt.
– Zaag niet met de zaagrailpunt.
– Buig bij het zagen niet te veel naar vo-
ren.
– 3
NL
77