TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• Vermijd direct zonlicht.
Sluit zonneschermen, gordijnen of jaloezieën om zonlicht tijdens het koelen te weren.
• Houd het filter schoon.
Een schoon filter draagt enorm bij aan de efficiëntie van het toestel.
Een vuil filter blokkeert de luchtstroom, zodat de airconditioner harder moet werken en de
efficiëntie afneemt. Zie blz. 18 voor aanwijzingen over het schoonmaken van het filter.
• Doe alle lampen die u niet echt nodig heeft, uit.
Uw aircondonditioner moet ook alle warmte verwerken die door lampen en andere apparaten
wordt afgegeven. Schakel de lampen en apparatuur die u niet gebruikt, uit.
• Schakel de aircondonditioner uit wanneer er niemand thuis is.
Gebruik de airconditioner alleen wanneer nodig. Hoe minder vaak de aircondonditioner
wordt gebruikt, hoe lager de gebruikskosten.
PLAATSING
• De aircondonditioner moet op een stevige
ondergrond worden geplaatst om bijgeluiden en
trillingen tot een minimum te beperken. Uit het
oogpunt van veiligheid moet het toestel op een
effen vloer worden geplaatst die sterk genoeg is
om het gewicht van het toestel te kunnen dragen.
• Het toestel is voorzien van zwenkwieltjes om het
toestel gemakkelijk te kunnen verrijden. Doe dit echter
alleen op een egale, vlakke ondergrond. Wees
voorzichtig wanneer u het toestel over een tapijt of
vloerkleed moet verrijden. Probeer niet het toestel
over voorwerpen te verrijden die op de vloer liggen.
• Plaats het toestel in de buurt van een geaard
stopcontact.
• Plaats geen obstakels naast de luchtinlaat of-
uitlaat van het toestel.
• Bewaar naast het toestel een afstand van
tenminste 30 cm zodat een efficiënte luchtstroming
mogelijk is.
ACCESSOIRES
Uitlaatslang (1)
Zuignappen (1)
Uitlaatstuk (1)
Afstandsbediening (1)
N-3
MIN. 30 cm
Insectengaas (1)
Batterij (2)
Gebruiksaanwijzing (1)
(AAA.R03)
MIN. 30 cm
Slangenklem (1)