6. Behandeling starten
1. Steek de apparaatstekker in het apparaat en vervolgens de
netadapter in het stopcontact. Het controlelampje gaat groen
knipperen (stand-by).
2. Druk op de 'Aan-/uit-/energiekeuzetoets'. Op de intensiteitsindicatie
gaat een lampje continu groen branden (niveau 1); de ventilator van
het apparaat wordt ingeschakeld.
3. Als u een behandeling wilt uitvoeren met een hogere intensiteit, drukt
u net zo vaak op de 'Aan-/uit-/energiekeuzetoets' om de intensiteit
te verhogen, tot u de gewenste intensiteit hebt ingesteld.
4. Plaats het lichtvlak op de huid en druk op de activeringstoets om een
lichtimpuls te verzenden. Zorg ervoor dat het lichtvlak en de huid-
contactsensor volledig op de huid liggen. Er kan alleen een lichtim-
puls worden verzonden als de huidcontactsensor volledig op de huid
aansluit. U ziet een felle lichtfl its, hoort een knallend geluid en ervaart
mogelij k een licht branderig en/of warm gevoel. Het apparaat is bin-
nen 1-3 seconden (afhankelij k van het ingestelde intensiteitsniveau)
gereed voor de volgende impuls als het controlelampje op het appa-
raat continu groen brandt.
6.1 Behandelingsmethoden
WAARSCHUWING
Behandel hetzelfde deel van de huid niet twee keer tij dens één behandelsessie. Als u een
deel van de huid meer dan eens behandelt, neemt het risico op bij werkingen toe.
Aanwij zing
Pas de impulsen van het apparaat in rij en toe – van het begin van een rij tot het einde. Op
die manier is het gemakkelij ker om controle te houden over reeds behandelde huidopper-
vlakken en te voorkomen dat u een reeds behandeld deel of overlappende delen van de
huid opnieuw behandelt. Het lichtvlak van het apparaat is zo ontworpen dat het op het be-
handelde gedeelte van de huid gedurende korte tij d een afdruk achterlaat. Deze zichtbare
afdruk kunt u gebruiken om de volgende impuls precies op de juiste plaats te verzenden.
113