• A la hora de conectar interruptores de
proximidad magnetosensibles basados en
contactos Reed, prestar atención a que el
pico máx. de corriente de conexión (en el
circuito de entrada) no sobrecargue el
interruptor de proximidad.
• Respetar las indicaciones del capítulo
"Datos técnicos".
• Para funcionamiento con tensión de cor-
riente alterna es necesaria una conexión
desconectable entre el dispositivo y la
tierra funcional. La conexión no es nece-
saria para tensión de corriente continua.
Procedimiento:
• Tensión de alimentación:
- AC: Aplicar la tensión de alimentación
en los bornes A1 y A2; conectar el
borne de tierra funcional (B2) con el
sistema de puesta a tierra
- DC: Aplicar la tensión de alimentación
en los bornes B1 y B2
• Circuito de rearme:
- Rearme automático: puentear los
bornes S13-S14
- Rearme manual supervisado: Cablear
un pulsador entre S33-S34 (S13-S14
abiertos)
• Circuito de entrada:
- Monocanal: puentear S21-S22 y S31-
S32. Conectar el contacto N.C del ele-
mento de activación entre S11 y S12.
- Bicanal: puentear los bornes S11-S12
Conectar el contacto N.C del elemento
de activación en S21-S22 y S31-S32.
• Circuito de realimentación:
Conectar los contactores externos en serie
al circuito de rearme S13-S14 o S33-S34.
• Tensión de alimentación de 24 V para
la salida por semiconductor: conectar
+24 V DC al borne Y31 y 0 V al borne B2,
adicionalmente unir 0 V del PLC con B2.
Los contactos de seguridad se activan (ce-
rrados) y el contacto auxiliar 41-42 se abre.
Los indicadores de estado "CH.1", "CH. 2",
se encienden. El dispositivo está preparado
para funcionar. Al abrir el circuito de entrada,
se abren los contactos de seguridad 13-14/
23-24/33-34 y el contacto auxiliar 41-42 se
cierra. Los indicadores de estado se apagan.
Reactivación
• Cerrar el circuito de entrada.
• En caso de rearme manual supervisado,
pulsar el pulsador de rearme entre S33
y S34.
Los indicadores de estado vuelven a
iluminarse y los contactos de seguridad
están cerrados.
Aplicación
En las fig. 2 a 10 se presentan ejemplos de
conexión para conexionado de parada de
emergencia con rearme automático y super-
visado, excitación de puerta protectora así
como amplicación de contactos mediante
contactores externos.
Por favor tenga en cuenta:
• Fig. 2 y 7: En caso de caida de tensión y
rearranque, el dispositivo se inicia
automáticamente. Evite un arranque
intempestivo mediante un cableado
externo adecuado.
• Fig. 2 y 7: S33-S34 no conectado
• Fig. 3, 4 y 5, 6: S13-S14 no conectado
• Fig. 7: rearme automático para el control
de puerta protectora: el dispositivo esta
preparado para rearmarse con la puerta
protectora abierta por medio del circuito de
rearme S13-S14. Después de cerrar los
circuitos de entrada S21-S22 y S31-S32
se cerrarán los contactos de seguridad.
• Durante il collegamento di sensori di
prossimità magnetici con contatti Reed
evitare il sovraccarico del picco massimo di
corrente di inserzione (sul circuito di
ingresso) dei sensori stessi.
• Rispettare assolutamente le indicazioni
riportate nel capitolo «Dati tecnici».
• Per il funzionamento con tensione alter-
nata è necessario un collegamento scol-
legabile tra l'apparecchio e la terra elet-
trica. Questo collegamento non è neces-
sario per la tensione continua.
Procedura:
• Tensione di alimentazione:
- AC: applicare la tensione di alimenta-
zione ai morsetti A1 e A2. Collegare il
morsetto della terra elettrica (B2) con il
sis-tema dei conduttori di protezione.
- DC: applicare la tensione di alimenta-
zione ai morsetti B1 e B2.
• Circuito di start:
- Start automatico: ponticellare S13-S14.
- Start manuale controllato: collegare il
pulsante a S33-S34 (S13-S14 aperto)
• Circuito di entrata:
- Monocanale: ponticellare S21-S22 e
S31-S32. Collegare il contatto di riposo
dell'elemento di scatto a S11 e S12.
- Bicanale: ponticellare S11-S12.
Collegare il contatto di apertura dell'ele-
mento di scatto a S21-S22 e S31-S32.
• Retroazione:
Collegare in serie i contatti NC dei relè es-
terni al circuito di start S13-S14 o S33-
S34.
• Tensione di alimentazione di 24 V per
l'uscita semiconduttore: collegare
+24 V DC al morsetto Y31 e 0 V al
morsetto B2, collegare inoltre 0 V del
PLC con B2.
I contatti di sicurezza sono attivati (chiusi) ed
il contatto ausiliario 41-42 è aperto. Gli indi-
catori per «CH 1», «CH 2» sono accesi.
L'apparecchio è pronto per il funzionamento.
Se viene aperto il circuito di entrata, i contatti
di sicurezza 13-14/23-24/33-34 si aprono ed
il contatto ausiliario 41-42 si chiude. I LED di
stato si spengono.
Riattivazione
• Chiudere il circuito di entrata.
• In caso di start manuale controllato,
azionare il pulsante tra S33 e S34.
Gli indicatori di stato si riaccendono, i contatti
di sicurezza sono chiusi.
Uso
In fig. 2 ... fig. 10 sono riportati degli esempi
di collegamento per il cablaggio di arresto
d'emergenza con start automatico e man-
uale, per il comando delle porte di sicurezza,
nonché per la moltiplicazione dei contatti
mediante relè esterni.
Nota bene:
• Fig. 2 e 7: Il dispositivo si avvia
automaticamente dopo la caduta ed il ritorno
dell'alimentazione. Occorre prevenire un
riavvio inatteso usando circuiti esterni di
misura.
• Fig. 2 e 7: nessun collegamento S33-S34
• Fig. 3, 4 e 5, 6: nessun collegamento S13-
S14
• Fig. 7: Start automatico per comando por-
ta di sicurezza: Con la porta di sicurezza
aperta, l'apparecchio è pronto per lo start
attraverso il circuito start S13-S14. Dopo la
chiusura dei circuiti di entrata S21-S22 e
S31-S32 i contatti di sicurezza vengono
chiusi.
- 14 -
• Zorg er voor, dat bij het aansluiten van
magnetische, op basis van Reed-
contacten gebaseerde
naderingsschakelaars deze niet wordt
overbelast door de maximale inschakel
piekstroom (op ingangscircuit).
• Aanwijzingen in het hoofdstuk „Technische
gegevens" beslist opvolgen.
• Bij gebruik met wisselspanning is een de-
montabele verbinding tussen apparaat en
beschermingsketen vereist. Deze aanslui-
ting vervalt bij gelijkspanning.
Gebruik:
• Voedingsspanning:
- AC: voedingsspanning op de klemmen
A1 en A2 aansluiten; aardklem (B2) met
be-schermingsaarde verbinden.
- DC: voedingsspanning op de klemmen
B1 en B2 aansluiten.
• Startcircuit:
- Autom. start: S13 met S14 verbinden.
- Handmatige start met bewaking: knop
op S33-S34 aansluiten (S13-S14 open)
• Ingangscircuit:
- Eenkanalig: S21 met S22 en S31 met
S32 verbinden. Verbreekcontact van
bedieningsorgaan op S11 en S12 aan-
sluiten.
- Tweekanalig: S11 met S12 verbinden.
Verbreekcontact van bedieningsorgaan
op S21-S22 en S31-S32 aansluiten.
• Terugkoppelcircuit:
verbreekcontacten van externe magneet-
schakelaars in serie met startcircuit S13-
S14 of S33-S34 aansluiten.
• 24 V voedingsspanning voor halfgeleider-
uitgang: +24 V DC op klem Y31 en 0 V op
klem B2 aansluiten, tevens 0 V van de
PLC met B2 verbinden.
De veiligheidscontacten zijn geactiveerd (ge-
sloten) en het hulpcontact 41-42 is geopend.
De status-LED's voor „CH.1",
„CH. 2" lichten op. Het relais is bedrijfsklaar.
Wordt het ingangscircuit geopend, dan gaan
de veiligheidscontacten 13-14/23-24/33-34
open en sluit het hulpcontact 41-42. De
status-LED's gaan uit.
Opnieuw activeren
• Ingangscircuit sluiten.
• Bij handmatige start met bewaking de
knop tussen S33 en S34 indrukken.
De status-LED's lichten weer op, de
veiligheidscontacten zijn gesloten.
Toepassing
In fig. 2 ... 10 worden aansluitvoorbeelden
gegeven van noodstopschakeling met auto-
matische en bewaakte start, hekbewaking en
contactvermeerdering d.m.v. externe
magneetschakelaars.
Let op:
• Fig. 2 en 7: Het apparaat start automatisch
bij uitvallen en terugkeren van de
spanning. Vermijd een onverwacht
heraanlopen door maatregelen in de
externe schakeling.
• Fig. 2 en 7: geen verbinding S33-S34
• Fig. 3, 4 en 5, 6: geen verbinding S13-S14
• Fig. 7: Automatische start bij hekbewaking:
Het apparaat is bij geopend hek via het
startcircuit S13-S14 startklaar. Na het
sluiten van de ingangscircuits S21-S22 en
S31-S32 worden de veiligheidscontacten
gesloten.