8. Montage en aansluiting van de camera
Bij aflevering is de camera geschikt voor montage aan de muur en aan plafond.
!
Voor muur- en plafondmontage
m.b.v. de meegeleverde schroeven [33] en pluggen [30].
!
Draai de statiefdraad van de houder in de draad [24].
!
Richt de camera en draai de zijdelingse vastzetschroef aan de houder van
de driehoekmoer [26] en de vastzetschroef [21] vast.
!
Draai de antenne [19] naar de antennebus [23].
!
Draai de antenne s.v.p. voorzichtig zo, dat ze verticaal omhoog staat.
!
Verbind de kleine spanningsstekker van de nettransformator [22] met de
bedrijfsspanningsbus [29] van de camera.
!
Steek de nettransformator in een geschikt stopcontact.
!
De POWER LED [13] begint rood te branden.
9. Koppelen van de smartrecorder
!
Draai de antenne [1] naar de antennebus [5].
!
Plaats de antenne loodrecht naar boven.
!
Sluit de netwerkkabel [32] aan de WLAN-router.
!
Sluit de netwerkkabel aan op de poort voor de WLAN-router [9] op de
smartrecorder.
!
Sluit de HDMI-kabel [28] aan op de HDMI-poort [11] op de smartrecorder.
!
Steek de HDMI-kabel in de HDMI-poort van een geschikt beeldscherm of
een tv-toestel.
!
Steek de USB-kabel van de muis [15] in een USB-poort [10] op de
smartrecorder.
!
Plaats eventueel een USB-stick in de andere USB-poort [10] op de
smartrecorder of sluit er een externe harde schijf op aan.
Opmerking:
De externe harde schijf moet het FAT32-formaat ondersteunen. Indien de
harde schijf een ander formaat ondersteunt (bijv. NTFS - zie onder
"Eigenschappen" op de PC), dan moet deze eerst via de PC worden
geformatteerd om op de smartrecorder te kunnen worden aangesloten
(bijv. Windows XP: Sluit de externe harde schijf aan op de PC en klik op het
beeldscherm met de rechter muisknop op "Formatteren..". Er opent een
venster en kies daar onder "Bestandssysteem "FAT32" en klik op start.
Belangrijk: alle gegevens op de externe harde schijf worden gewist bij het
formatteren.)
!
Plaats eventueel een geschikte, niet-beveiligde leesbare microSD-kaart
10 class (microSDHC, max. 32 GB merkkaartje wordt aanbevolen) in de
poort [4]. Een ongeformatteerde kaart dient voor de eerste opname eerst
geformatteerd te worden (Zie hoofdstuk 12.3 "Opslagmedium
formatteren").
!
Verbind de laagspanningsstekker van de adapter [31] met de
adapteraansluiting [7] van de smartrecorders..
!
Steek de adapter in een geschikt stopcontact.
10. Ingebruikneming
Voorkom beschadigingen en sluit randapparatuur en opslagmedia alleen aan
op de smartrecorder wanneer deze uitgeschakeld is.
!
Om het systeem te activeren schakelt u de smartrecorder in met de aan-
/uitknop [2]. Het power-lichtje [8] wordt groen.
bevestig de houder [20] van de camera
!
Schakel het beeldscherm in.
!
Met de aan-/uitknop kunt u de smartrecorder weer uitschakelen.
!
De door de fabriek ingestelde menutaal is het Duits. Om de taal te
wijzigen, gaat u als volgt te werk:
!
Open met de rechter muisknop de functiebalk [37].
!
Klik op
/
/
!
Sluiten de functiebalk met de rechter muisknop.
11. Basisfuncties
11.1 Radioverbinding
Maximaal 4 radiocamera's kunnen aan de smartrecorder worden ontvangen.
De twee meegeleverde camera's van de set zijn in de fabriek aan de
smartrecorder gekoppeld als camera 1 en 2. Zodra er een verbinding is tussen
camera en smartrecorder, licht het verbindingslampje [3] op de camera en op
het beeldscherm op. De kwaliteit van de ontvangst wordt op de
ontvangstdisplay [39] aangegeven in de vorm van maximaal vier balken.
11.2 Beeldschermweergave
Na het inschakelen van het beeldscherm of na het verlaten van het
beeldschermmenu verschijnt het live-beeld of verschijnen de live-beelden van
de ingeschakelde camera's in de
inschakelen verschijnen de beelden van beide camera's naast elkaar en daarna
afhankelijk van de instelling in het menu.
Als er circa 2 minuten niets gebeurt via de bediening op het beeldscherm,
schakelt het apparaat over naar de
gebruikt, wordt de passieve modus beëindigd.
Indien via het menu is ingesteld dat het beeldscherm na 5 / 10 minuten naar de
energiebesparende modus
beeldscherm na nogmaals 3 / 8 minuten (dus 5 / 10 minuten na de laatste
bediening op het beeldscherm) uit. Bij bediening van de muis, als er een
beweging wordt waargenomen of er een tijdgestuurde opname wordt gestart,
schakelt het scherm automatisch weer in.
11.3 Actieve camera
In de actieve modus wordt met een rode "V" [35] aangegeven welke camera
actief is.
Worden er live-beelden getoond, dan is alleen het geluid van de actuele
camera te horen.
Om een andere actuele camera te kiezen, klikt u op het desbetreffende
camerabeeld.
Door nogmaals te klikken op een actueel camerabeeld kunt u wisselen tussen
de schermvullende weergave van het actuele camerabeeld en de vorige
beeldschermweergave.
12. Beeldschermmenu
12.1 Bediening met de muis
!
Met de rechter muisknop opent u de functiebalk [37].
!
Met de linker muisknop kunt u instellingen selecteren en wijzigen.
!
Met de rechter muisknop kunt u een stap terug gaan of de functiebalk
sluiten. Als u kort daarvoor een instelling heeft gewijzigd, verschijnt
gedurende een paar seconden de melding "Storing data, please wait..."
en selecteer de gewenste taal.
actieve modus
: bij de eerste keer
passieve modus
. Zodra de muis wordt
moet overschakelen, schakelt het
NL - 29