NL
apparaat uit te schakelen.
4.2 Bellen
Voer in de standby-stand het telefoonnummer in het netnummer
in, in internationaal formaat. Om te corrigeren, drukt u op de knop
<Wissen> (rechts). Als u wilt bellen, drukt u op de beltoets of op
Opties> Bellen. De naam en het telefoonnummer dat u hebt
gekozen, worden op het scherm weergegeven. Zodra de oproep is
gedaan,
wordt
onder
het
telefoonnummer
een
teller
weergegeven die de beltijd meet.
4.3 Oproepen aannemen
Als u een oproep wilt beantwoorden, drukt u op de beltoets of
Antwoorden (softtoets links)>. Druk op <Stille modus> (rechts) om
het binnenkomende gesprek te dempen.
Als u de oproep wilt weigeren, drukt u op <Weigeren> (na dempen)
of het einde van de oproep.
5. Menufuncties
5.1 Namen
Voer in de standby-stand het telefoonnummer in en selecteer
(links) Opties> Toev. Aan namen> Toevoegen als nieuwe naam.
Selecteer de opslag (SIM of telefoon) waar het telefoonnummer
wordt opgeslagen.
Voer contactgegevens in: naam, telefoonnummer.
Om op te slaan, drukt u op de functietoets Opslaan (links).
Of: Selecteer in de menustand Namen> Opties> Nieuw.
Selecteer opslagruimte en voer de contactgegevens in.
5.2 Camera
Selecteer in de menustand Camera om de camera te openen.
• Richt de lens op het object en pas het beeld aan.
7