5.
Draai de aanslagschroef aan tot deze het zaagbandhuis raakt.
BEDIENING (zie afb. 45 en 46)
Gevaar:
Om de risico's van persoonlijk letsel zo veel mogelijk te
beperken, moeten de volgende veiligheidsvoorzorgen in acht
worden genomen bij het bedienen van het zaaggereedschap.
LET OP:
• Raak de zaagband niet aan tijdens het zagen.
• Draag tijdens het zagen een veiligheidsbril, maar draag geen
handschoenen.
• Zaag slechts één werkstuk tegelijk.
• Houd het werkstuk altijd op de zaagtafel gedrukt.
• Wring tijdens het zagen het werkstuk niet.
• Probeer niet de zaagband te vertragen of stoppen door het
werkstuk vanaf de zijkant tegen de zaagband te drukken.
• Gebruik een duwstok bij het rechtzagen langs de geleider.
• Indien noodzakelijk voor het type werkzaamheden, gebruikt u:
- een duwstok, wanneer de afstand tussen de breedtegeleider
en de zaagband 150 mm is;
- een werkstukondersteuning, bij lang materiaal dat anders
van de zaagtafel zou vallen na voltooiing van de zaagsnede;
- een stofopvangvoorziening;
- bij het zagen van een rond werkstuk zet u het materiaal
stevig vast, zoals aangegeven in de afbeelding.
- een geschikte geleider, voor goede steun bij het zagen van
dun materiaal dat op zijn zijkant staat.
- handschoenen bij het hanteren van de zaagband en ruwe
materialen.
• Alvorens met de werkzaamheden te beginnen, controleert u of
het volgende in goed werkende staat verkeert:
- de zaagband; en
- de bovenste en onderste zaagbandgeleiders.
• Vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk.
• Let op een correcte werkhouding (de tanden van de zaagband
moeten naar de gebruiker gericht zijn).
Zagen
WAARSCHUWING:
Risico van terugslag (het werkstuk wordt gegrepen door de
zaagband en naar de gebruiker geworpen).
Wring tijdens het zagen het werkstuk niet.
• Stel de breedtegeleider en zaagtafel goed af voor het type
werkzaamheden dat u wilt uitvoeren.
• Stel de bovenste zaagbandgeleider in op 3 mm boven het
werkstuk.
Opmerking:
Maak altijd eerst een proefzaagsnede in een stuk afvalhout om de
instellingen te controleren en corrigeer zo nodig voordat u het
werkstuk zaagt.
• Plaats het werkstuk op de zaagtafel.
• Steek de stekker van het gereedschap in het stopcontact.
• Schakel het gereedschap in.
• Zaag het werkstuk in een enkele werkgang.
• Schakel het gereedschap onmiddellijk na gebruik uit als geen
verdere werkzaamheden hoeven te worden uitgevoerd.
• Gebruik een afzonderlijk aan te schaffen hulptafel.
De zaagtafel kantelen (zie afb. 47)
LET OP:
Bij het verstekzagen met gekantelde zaagtafel, plaatst u de
geleider op het onderste deel van de zaagftafel.
Wanneer de vergrendelhendel is losgezet, kan de zaagtafel
traploos 47º worden gekanteld ten opzichte van de zaagband.
Draai het handvat rechtsom om de zaagtafel linksom te kantelen,
en draai het handvat linksom om de zaagtafel rechtsom te
kantelen.
Aansluiten op een stofzuiger (zie afb. 48 en 49)
Door een Makita-stofzuiger of -stofvanger op de bandzaag aan te
sluiten, kunt u nog schoner werken.
Als een stofafzuiginrichting wordt aangesloten op de grote opening
van de stofafzuigaansluiting op het gereedschap, past u de
stofopvangvoorziening zodanig aan dat deze een grote opening
heeft.
Het gereedschap verplaatsen (zie afb. 50)
• Til het gereedschap aan de handgreep op om het te kunnen
verplaatsen.
• Tijdens transport moet de zaagbandbescherming helemaal
omlaag staan tot vlak bij de tafel.
• Gebruik de beschermingen niet voor vastpakken en
transporteren.
LET OP:
• Als de handgreep te hoog wordt opgetild, kan het gereedschap
voorover kantelen.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u een inspectie
of onderhoud uitvoert.
OPMERKING:
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan
leiden tot verkleuren, vervormen of barsten.
Schoonmaken
Verwijder af en toe zaagsel en spanen van het gereedschap. Maak
vooral de zaagbandbescherming en de bewegende onderdelen in
de bandzaag goed schoon.
Smeren
Om de bandzaag in optimale conditie te houden en een maximale
levensduur te verzekeren, moet u de bewegende en roterende
onderdelen regelmatig te smeren.
Om het geluidsniveau te verlagen, zorgt u er altijd voor dat de
zaagband scherp en schoon is.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud en
afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita-
servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
43