5. Onderhoud en reiniging
Na afloop van het werk wordt er aangeraden de CleanAIR® D-Bug filtereenheid te reinigen, de onderdelen
te controleren en - indien beschadigd - de onderdelen te vervangen. Voer de reiniging in een goed geven-
tileerde ruimte uit.
! Let op dat u deeltjes of vezels die opgestapeld zijn op verschillende delen van de filtereenheid en
accessoires niet inademt !
•
Gebruik voor het schoonmaken geen agressieve reinigingsmiddelen en oplosmiddelen!
•
Het is aan te raden gebruikelijke, niet-schurende reinigingsmiddelen te gebruiken.
•
De reinigingsmiddelen mogen niet binnendringen in de filtereenheid of accu!
•
Gebruik voor de reiniging een vochtig doek en veeg daarna het oppervlak droog.
6. Reserveonderdelen en de vervanging ervan
Filters
Alleen originele CleanAIR®-filters mogen worden gebruikt - zie hoofdstuk 10! De filters moeten nieuw, niet
gebruikt en in originele verpakking zijn. De gebruiksduur, aangeduid op het etiket, die op het filterlichaam
geplakt is, mag niet overschreden worden.
Vervanging van de filters: (zie bijlage A1)
1. Schroef de filter uit de eenheid los.
2. Gebruik alleen de filters die voor deze filtereenheid door de fabrikant ontworpen zijn, ongebruikt en uit
niet beschadigde originele verpakking.
3. Schroef een nieuwe filter op de eenheid en maak goed vast.
Accumulator
U moet de accu volledig opladen voordat u de filtereenheid voor de eerste keer in gebruik neemt! Voor het
opladen van de accu mag uitsluitend de originele oplader gebruikt worden. Door een niet originele oplader
te gebruiken kan de accu beschadigd worden en kunnen de garantievoorwaarden van het apparaat ver-
vallen. Het aantal oplaadcycli van een Li-Ion accu bedraagt ca. 500 oplaadcycli.
Accu vervangen
Het verwijderen van de accu: (zie bijlage A2)
1. Schuif met uw duim de borgklip uit de accu.
2. Duw in de richting van de pijl en schuif de accu er volledig uit.
Accu opladen: (zie bijlage A3)
1. Schuif de accu uit de filtereenheid.
2. Sluit de oplader aan het elektrische net 100 - 230 V ~ 50/60 Hz.
3. Sluit de accu aan de oplader. Het opladen wordt door het rode controlelampje en het aansluiten op het
net door het groene controlelampje gesignaleerd. Oplaadtijd bedraagt 4 - 5 uren.
4. De beëindiging van het opladen wordt door het uitgaan van het rode controlelampje gesignaleerd.
5. Koppel de accu los van de oplader als het opladen voltooid is.
6. Koppel de oplader los van het net.
! Het is aan te raden de oplader niet gekoppeld aan het stroomnet te laten indien deze niet gebruikt wordt !
16