Configuratie
Configureren van de detector
Om de detector aan te leren in de ontvanger van het systeem dient u of het paneel te
registreren via de 1-cijferige digitale serienummer of de onderstaande stappen volgen
om via RF aan te leren:
1.
Plaats de ontvanger in "leer" mode.
2.
Indien nog niet gebeurd, verbind de batterij.
3.
Stuur een aanleerboodschap door de sabotageschakelaar minstens 3 seconden in
te duwen (of door de detector te bevestigen op de beugel) tot de ontvanger een
indicatie geeft dat de boodschap goed ontvangen werd.
Bij succesvolle registratie zal de led van de detector 4-maal kort groen knipperen.
Visuele / hoorbare Indicatoren
De detector is in normale werking indien de Rode LED indicator (zie Figuur 10) elke 30
seconden knippert.
Wanneer de detector reageert op een brandalarm, zal de rode LED indicator constant
knipperen en repetitieve biep signalen laten horen (primair of secundair).
De LED indicator knippert en een kortstondig biep signaal is hoorbaar elke 30 seconden
om aan te geven dat er een lage batterij of algemene foutmelding aanwezig is.
Indien een brandalarm geactiveerd werd, kan u het signaal tijdelijk doen stoppen (voor
ongeveer 10 minuten) door op de cover te drukken (zie Testen van de detector).
Detector parameters
De volgende detector parameters kunnen ingesteld worden op de ontvanger:
Parameter
Operationele Mode:
Supervisie Tijd:
* = standaard
Raadpleeg uw installateurshandleiding van de ontvanger voor meer informatie over
het instellen van de parameters.
Optie
Rook alleen*, Hitte alleen of Rook en hitte (OR logica)
1-255 (15 min*)
71