Veiligheidsvoorschriften en
bedieningshandleiding
Bij een pauze
♦
Tijdens pauzes moet u de machine altijd op een
plaats leggen waar geen risico bestaat dat hij per
abuis wordt gestart. Plaats de machine altijd op
de grond zodat hij niet kan vallen.
♦
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen bij
langere pauzes of als u de werkplek verlaat: Zet
de voeding af en ontlucht de machine vervolgens
door de start- en stopvoorziening te bedienen.
Onderhoud
Regelmatig onderhoud is een basisvereiste voor een
blijvend veilig en doelmatig gebruik van de machine.
Volg de onderhoudsaanwijzingen zorgvuldig.
Reinig de machine voordat u begint met
♦
onderhoud, om blootstelling aan gevaarlijke
stoffen te voorkomen. Zie: "Gevaren van stof en
damp"
Gebruik alleen originele onderdelen. Schade of
♦
defecten die veroorzaakt zijn door het gebruik
van niet-originele onderdelen, worden niet gedekt
door onze garantie of productaansprakelijkheid.
Neem voor het reinigen van mechanische
♦
onderdelen met oplosmiddelen de toepasselijke
gezondheids- en veiligheidsbepalingen in acht en
controleer of er voldoende ventilatie is.
Voor grote servicewerkzaamheden aan de
♦
machine, neemt u contact op met de
dichtstbijzijnde erkende werkplaats.
Controleer na servicewerkzaamheden altijd of het
♦
trillingsniveau van de machine normaal is. Neem
contact op met uw plaatselijke erkende werkplaats
als dit niet het geval is.
Iedere dag
Reinig en inspecteer de machine en zijn functies
♦
dagelijks voor aanvang van het werk.
♦
Controleer de gereedschapshouder op slijtage en
werking.
♦
Verricht een algemene inspectie op lekkage,
beschadiging en slijtage.
172
♦
Om er zeker van te zijn dat de machine de
gespecificeerde trillingswaarden behoudt, moet
altijd het volgende worden gecontroleerd:
Een te grote speling tussen de steel van het
inzetgereedschap en de beitelbus zal meer
trillingen genereren. Om blootstelling aan
buitensporige trillingen te vermijden, moet u de
beitelbus iedere dag controleren op slijtage.
Controleer of de handgreep onbelemmerd
♦
beweegt (omhoog en omlaag) en niet blijft
steken.
Vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk.
♦
Vervang beschadigde en versleten componenten
♦
op tijd.
Zorg ervoor dat alle bevestigde onderdelen en
♦
randapparatuur, zoals slangen en
stromingsscheiders, goed worden onderhouden.
Iedere week
♦
Controleer of de veren niet beschadigd zijn.
Om de drie maanden
Controleer de aanhaling van moeren, bouten,
♦
schroeven en slangkoppelingen. Zie bij het
opnieuw aanhalen de reserveonderdelenlijst voor
de juiste aanhaalkoppels.
Controleer de bus in de neus op slijtage en
♦
beschadiging.
Als de sloophamer voorzien is van ergonomische
♦
handgrepen: controleer de afstelling van de
handgrepen. Als de trekkerhendel volledig omlaag
wordt gedrukt, moet u de trekkerpal (met een
schroevendraaier) circa 1 millimeter verder
kunnen verplaatsen.
Na elke 600 bedrijfsuren of
elk jaar
Controleer bewegende onderdelen, afdichtingen
♦
en bouten op slijtage en barstvorming. Vernieuw
indien noodzakelijk.
Controleer de werking van de machine.
♦
3392 5166 90 | Originele handleidingen
BRK 25, 40, 55, 70, 95