Publicité
Informations concernant la locomotive réele
Depuis juin 1997, la seconde génération des trains
à grande vitesse des Chemins de fer de la
Deutsche Bahn AG, celle des ICE 2, est en circu-
lation. La conception de ces trains de la série 402
est radicalement différente des ICE 1 précédents.
Un ICE 2 peut par exemple partir de Berlin en
long train constitué puis se scinder en deux, une
moitié ayant Brême pour destination et l'autre se
dirigeant sur Cologne. Cette souplesse permet de
desservir de manière rentable des lignes dont le
volume de voyageurs est moins important.
Les attelages automatiques qui équipent l'élément
moteur et la voiture-pilote permettent de coupler
ou de séparer très rapidement les demirames.
Les voitures-restaurant de l'ICE 2 sont désomais
disponibles. Une demi-rame se compose d'un
élément moteur, de 6 voitures intermédiaires et
de la voiturepilote. La puissance continue de 5,0
mégawatts permet d'atteindre des vitesses maxi-
males de 280 km/h.
Informatie van het voorbeeld
Sinds juni 1997 rijdt de tweede generatie van de
hogesnelheidstreinen van de Deutsche Bahn AG,
de ICE 2, zijn diensten. Het concept van deze
treinen uit de serie 402 verschilt wezenlijk van de
huidige ICE 1-treinen. Zo kan een ICE 2 in Berlijn
als lange trein starten en in Hannover in twee korte
treinen gedeeld worden, waarvan er een naar
Bremen en de ander naar Keulen rijdt. Deze flexi-
biliteit maakt het mogelijk lijnen met minder sterke
reizigersbezetting economisch te bedienen.
Door autmoatische koppelingen op het motordeel
(zeg maar locomotief) en op de stuurstanden
kunnen de halve treinen zeer snel gekoppeld en
ontkoppeld worden. De restaurantrijtuigen van
de ICE 2 staan intussen ook ter beschikking. Een
halve trein bevat dan een motordeel, 6 tussenrijtui-
gen en het stuurstandrijtuig. Het continu vermogen
van 5,0 MW maakt topsnelheden van 280 km/h
mogelijk.
3
Publicité
