Installatie-en onderhoudsinstructies :
1.
Specifieke gebruiksinstructies (waarschuwing op label) :
1.1
Klemmenkasten waarop wartels met een lage impactweerstand gemonteerd zijn
(waarschuwing op het Ex-label : WARNING – LOW IMPACT RESISTANCE (MANUAL)), mogen
enkel geïnstalleerd worden op plaatsen met een laag risico op impactkrachten (4J) tenzij
deze wartels mechanisch beschermd zijn tegen hogere impactkrachten (7J).
1.2
Klemmenkasten waarop wartels met bijhorende blinddop gemonteerd zijn (waarschuwing op
het Ex-label : WARNING – LOW IMPACT RESISTANCE (MANUAL)), mogen enkel geïnstalleerd
worden op plaatsen met een laag risico op impactkrachten (4J) tenzij deze wartels
mechanisch beschermd zijn tegen hogere impactkrachten (7J).
1.3
Bij het reinigen van de kast dient een vochtige doek gebruikt te worden. Dit omwille van het
gevaar voor statisch opladen van het Ex-label en eventuele tagplaten (waarschuwing op het
Ex-label: WARNING – POTENTIAL ELECTROSTATIC CHARGING HAZARD (MANUAL)).
1.4
Klemmenkasten bedoeld voor een omgevingstemperatuur hoger dan 40°C, gemarkeerd met
temperatuurklasse T5/T4, hebben op het Ex-label een bijkomende waarschuwing: WARNING
– SPECIAL CABLE REQUIRED (MANUAL)
In dit geval moet de installateur/gebruiker kabels selecteren die geschikt zijn voor een
temperatuur van min. de omgevingstemperatuur verhoogd met 40°C. Dezelfde eisen gelden
voor door de gebruiker voorziene of omgewisselde wartels/stoppen.
2.
Gemeenschappelijke instructies voor apparaten bestemd voor omgevingen met gas- of
stofexplosiegevaar :
2.1
De gegevens vermeld op de type- en waarschuwingsplaatjes en eventuele "bijzondere
voorwaarden" in het certificaat vermeld, dienen in acht te worden genomen.
2.2
Gebruik van het apparaat mag alleen op basis van de categorie, de beschermingswijze, de
gas/stofgroep, de temperatuurklasse/max. oppervlaktemperatuur, omgevingstemperatuur
en de IP-graad, waarvoor het is gecertificeerd.
2.3
De klemmenkast zal zodanig worden gemonteerd dat oplading door statische elektriciteit
wordt voorkomen.
2.4
Indien de gebruiker zelf wartels/stoppen/breather voorziet of omwisselt, dienen deze een
compleet ATEX certificaat volgens de/een laatste/geldige editie van de normen te hebben
met respect voor de categorie, beschermingswijze, gas-/stofgroep, temperatuurklasse/max.
oppervlaktetemperatuur, omgevingstemperatuur, IP-graad... en gemonteerd te worden
volgens de instructies van de fabrikant.
2.5
Kunststof wartels/stoppen met metrische schroefdraad(verbinding) en min. tolerantie 6H
(ISO 965-1) moeten steeds gebruikt worden in combinatie met een originele externe dichting
zoals beschreven in het certificaat van de desbetreffende wartel/stop en geselecteerd op
basis van de temperatuurklasse en de omgevingstemperatuur, om de IP-graad te
garanderen. (indien van toepassing: zelfde verplichting voor NPT wartels/stoppen)
2.6
Metalen wartels en pluggen moeten steeds gebruikt worden in combinatie met een originele
externe dichting, zoals beschreven in het certificaat van de desbetreffende wartel/stop en
geselecteerd op basis van de temperatuurklasse en de omgevingstemperatuur, om de IP-
graad te garanderen.
2.7
Metalen wartels en pluggen moeten bovendien steeds gebruikt worden in combinatie met
een originele, interne offshore-plaat van YSEBAERT, om deze te aarden. Ze worden intern
vast gedraaid met behulp van een metalen tegenmoer.
2.8
Klemmenkasten waarop wartels met een lage impactweerstand gemonteerd zijn
(waarschuwing op het Ex-label : WARNING – LOW IMPACT RESISTANCE (MANUAL)), mogen
enkel geïnstalleerd worden op plaatsen met een laag risico op impactkrachten (4J) tenzij
deze wartels mechanisch beschermd zijn tegen hogere impactkrachten (7J).
2.9
Wartels bedoeld voor niet-ronde kabels, met speciaal hiervoor ontwikkelde rubbers, mogen
enkel gebruikt worden in combinatie met deze kabels.
3