Emissiecoëfficiënt instellen
De emissiecoefficiënt kan individueel van 0,10 tot 1,00 of door een geïntegreerde materiaaltabel met gebruikelijke
metalen oppervlakken worden ingesteld. Daardoor kunnen bij verschillende materialen en oppervlakken nauwkeurige
meetwaarden bereikt worden.
Schakel het meetinstrument in door de meettoets (5) even in te drukken.
Kies nu binnen de vooraf ingestelde uitschakeltijd met de toets "MODE" het instelmenu "Unit/Mem/E".
Het instelmenu "E" bereikt door toets "F3" in te drukken.
Emissiecoefficiënt individueel instellen
De emissiecoefficiënt kan met de functietoetsen "F1" en "F3" in het bereik 0,10 tot 1,00 met stappen van 0,01 worden
ingesteld.
Bevestig de invoer met de meettoets (5) of druk op de toets "MODE".
Emissiecoefficiënt met doelwaardetabellen instellen
De emissiecoefficiënt kan met een geïntegreerde materiaaltabel voor gebruikelijke metalen oppervlakken worden
ingesteld.
Kies de functie "Tab" door toets "F2" in te drukken. Een materialentabel wordt weergegeven.
Met de functietoetsen "F1" en "F3" kan het betreffende materiaal worden gekozen. Het gekozen materiaal wordt met
een balk aangegeven. De emissiecoefficiënt verandert dienovereenkomstig.
Emissiecoefficiënten van de meeste materialen (0,95)
Default
Ox Aluminum
Aluminium, geoxideerd (0,30)
Ox Brass
Messing, geoxideerd (0,50)
Koper, geoxideerd (0,60)
Ox Copper
Paint
Geverfd oppervlak (0,93)
92