BELANGRIJK: LEES DEZE VOORSCHRIFTEN AANDACHTIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR NASLAGDOELEINDEN
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING – DIT APPARAAT MAG NIET IN
EEN BADKAMER WORDEN GEBRUIKT.
WAARSCHUWING – DEZE KACHEL MAG NIET IN
DE ONMIDDELLIJKE NABIJHEID VAN EEN BAD,
DOUCHE OF ZWEMBAD WORDEN GEBRUIKT.
WAARSCHUWING – DEZE KACHEL MAG NIET
RECHT ONDER EEN VAST STOPCONTACT
WORDEN GEPLAATST.
GEBRUIK DE KACHEL NIET TOTDAT DE POTEN
OF WANDBEUGELS CORRECT GEMONTEERD
ZIJN.
VOLG deze instructies zorgvuldig op.
De uitlaatspleten van het rooster van de kachel of
de luchtinlaatspleten in het voetstuk van de kachel
mogen NOOIT worden afgedekt.
Een
waarschuwingssymbool
aangebracht op de kachel om aan te geven
dat deze niet mag worden afgedekt.
De kachel is niet bestemd voor gebruik door kinderen
of andere personen zonder hulp of toezicht als hun
lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten
het veilige gebruik hiervan beletten. Op kinderen
moet toezicht worden gehouden om te voorkomen
dat ze met de kachel spelen.
Wij raden u aan adequate voorzorgsmaatregelen
te treffen wanneer jonge kinderen, bejaarden of
mindervaliden in de buurt van de kachel worden
achtergelaten.
WAARSCHUWING: Om gevaar te vermijden door een
onbedoelde en ongewenste reset van de thermische
beveiliging, mag de stroomtoevoer van het apparaat
niet via een extern schakelapparaat zoals een
tijdschakelaar lopen en het apparaat mag niet op
een circuit worden aangesloten dat regelmatig door
het nutsbedrijf wordt in- en uitgeschakeld.
Als het netsnoer is beschadigd, moet dit door de
fabrikant of diens serviceorganisatie of een
vergelijkbaar competente persoon worden om
risico's te vermijden
Modellen
PC230TLGT 3.0KW, schakelaar, thermostaat, timer &
turbo
Elektrische voorschriften
WAARSCHUWING – DIT APPARAAT MOET WORDEN
GEAARD.
De kachel mag uitsluitend op een wisselstroomcontact
worden aangesloten en de spanning op de kachel moet
overeenkomen met de voedingsspanning.
Dit apparaat mag uitsluitend op een wisselstroomspanning
van 230/240 Volt worden aangesloten.
Wandmontage
Drie identieke wandmontagebeugels zijn met een
bevestigingsschroef op het voetstuk van de kachel
gemonteerd. Voor wandmontage van de kachel moeten
deze beugels eerst als volgt worden verwijderd:
Leg de kachel met de achterkant op de vloer. Volg de stappen
in afb. 2 – identificeer en verwijder de bevestigingsschroef
waarmee de beugels naast het netsnoer zijn bevestigd zoals
weergegeven in (a), en verwijder hierna de beugels door ze
al draaiend uit de gleuf te trekken (b).
Trek de beugels uit de gleuf (c).
Kies een geschikte plaats op een muur, naast een
netcontactdoos en let erop dat er een vrije ruimte van
minstens 230 mm onder de kachel en minstens 450 mm
boven de kachel aanwezig is. Zie ook 'Kachel plaatsen'.
Bevestig de twee bovenste bevestigingsbeugels aan de
wand met behulp van geschikte bevestigingsmiddelen
op 358 mm afstand – zie afb. 3.
Hang de kachel op de bovenste beugels en laat hem
daaraan hangen.
- 3 -
Steek de onderste beugel in de gleuf van de kachel en
bevestig deze aan de wand.
Controleer of de kachel stevig aan de wand is bevestigd.
Kachel plaatsen
Zorg er altijd voor dat de kachel op een solide, vlakke
ondergrond staat, dichtbij, maar niet direct onder een
geschikt stopcontact.
Zorg ervoor dat er geen gordijnen en meubels dichtbij de
gekozen plaats zijn, aangezien dit brandgevaar kan opleveren.
Wij raden u aan de kachel aan de wand te monteren in
kamers waar kinderen zonder toezicht verblijven.
Zie ook 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften'.
Vrijstaand gebruik
GEBRUIK DE KACHEL NOOIT VRIJSTAAND ZONDER
DE POTEN.
Leg de kachel met de achterkant op de vloer en lokaliseer
de bevestigingsschroef op het voetstuk (zie 'a' in afb. 4).
Verwijder de schroef met een kruiskopschroevendraaier en
lijn de voet hierna uit met de gleuven en gaten in het voetstuk
(zie 'b' in afb. 3) en duw deze in de gleuven. Monteer hierna
is
de bevestigingsschroef van de voet en gebruik een
schroevendraaier om de schroef vast te draaien.
OPMERKING – De wandmontagebeugels weergegeven
in afb. 4 kunnen op het voetstuk blijven zitten als ze niet
worden gebruikt.
Gebruik van de kachel
Steek de stekker in het wandstopcontact en zet de kachel aan.
De warmteafgifte wordt door de thermostaat geregeld (zie
'a' in afb. 5) en zie de paragraaf 'Thermostaat' hieronder.
Wij wijzen erop dat het verwarmingselement van een
beschermende
film voorzien is die er tijdens de eerste minuten van
gebruik vanaf brandt. Hierdoor kan een kleine
hoeveelheid rook ontstaan. Dit is normaal – de rook is
niet-giftig en verdwijnt snel. Wij raden u aan om een
raam te openen en de kamer te ventileren als u de kachel
voor de eerste keer gebruikt.
Bedieningsknoppen
Thermostaat - zie 'a' in afb. 5 (alle modellen)
De thermostaat regelt de warmteafgifte afhankelijk van
de kamertemperatuur.
Hierdoor geeft de kachel geen onnodige warmte af als
de kamer warm is.
Voor het instellen van de gewenste temperatuur draait
u de knop van de thermostaat naar rechts totdat u de
gewenste temperatuur bereikt. Zet de knop van de
thermostaat in de hoogste stand om een koude kamer
snel op te warmen. Draai de knop van de thermostaat
naar links totdat de thermostaat uitschakelt, wanneer
de kamer de gewenste temperatuur heeft bereikt.
De kachel werkt nu automatisch op deze temperatuur.
De
thermostaat
is
vorstbeveiligingsinstelling aangeduid door '*'. Deze
instelling is handig in ruimtes zoals garages om
vorstschade te voorkomen. Als de thermostaat op de
minimuminstelling '*' staat, wisselt de kachel tussen AAN
en UIT en handhaaft een temperatuur van ongeveer 5
°C om bevriezing te voorkomen.
Standenschakelaar - zie 'b' in afb. 5
De standenschakelaar zorgt voor een efficiënt gebruik
van de kachel.
De schakelaar werkt als volgt:
I - De kachel werkt op laag vermogen.
II - De kachel werkt op maximaal vermogen.
Bediening van timer (zie 'c' in afb. 5)
Zet de I -
- O schuifschakelaar van de timer in:
Stand O – voor verwarming Uit
Stand I – voor handbediening
– Deze instelling zorgt ervoor dat de stroomtoevoer naar
de kachel niet onderbroken wordt door de instellingen
op de timer. De standenschakelaar regelt het vermogen
(zie 'Gebruik van de kachel').
Stand
- voor 'Automatische' werking
ook
voorzien
van
een
Haal het snoer van deze kachel NIET uit het stopcontact
tenzij u de kachel niet langer gebruikt (bijvoorbeeld in
de zomer of als de kachel wordt weggeborgen), anders
stopt de klok van de timer.
De tijd instellen
Om de tijd in te stellen, draait u de wijzerplaat van de
timer naar rechts (in de richting van de pijl) totdat de
juiste tijd zich tegenover het referentiemerkteken bevindt
(zie afb. 7). Er wordt een 24-uurs klok gebruikt ; b.v. vier
uur 's middags is '16' (16.00 uur).
De automatisch AAN/UIT-tijden instellen
De timer instellen:
1. Gebruik uw vingertop of het punt van een potlood om
het gewenste aantal segmentjes rondom de wijzerplaat
in te drukken, voor de tijdperiodes waarin u geen
verwarming nodig hebt - zie afb. 7. Elk ingeduwd
segment schakelt de kachel UIT voor dat gedeelte van
het uur. Bij alle andere segmenten staat de kachel AAN.
Afb. 8 toont bijvoorbeeld dat de timer ingesteld is om de
kachel tussen zeven en negen uur 's morgens en tussen
vier uur 's middag's tot half tien 's avonds AAN te zetten.
2. Binnen de dag van 24 uur kunt u de kachel zo lang en
zo vaak AAN laten staan als u wilt. De kachel gaat elke
dag aan en uit volgens de gekozen instellingen totdat
u deze wijzigt.
3. Om de AAN en UIT-tijden te wijzigen, drukt u gewoon
alle 'AAN-segmentjes in die u wilt annuleren, en trekt
u indien u dat wenst nieuwe AAN-segmentjes uit.
Overschakelen op 'Automatisch'
Stel de standenschakelaar en de thermostaat in de op
het gewenste vermogen.
Controleer of de tijdsinstelling van de klok juist is. Zet
de I -
- 0 schuifschakelaar in de stand aangeduid
door
(zie afb. 7) - de kachel wordt overeenkomstig de
instellingen van de timer AAN en UIT gezet.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Houd u altijd aan alle veiligheidsvoorschriften als de
kachel op automatisch wordt gezet, ook als zich niemand
in de ruimte bevindt. Als de stroom uitvalt, zal de klok
van de timer stil blijven staan totdat de elektriciteit naar
de kachel wordt hersteld. Stel de tijd opnieuw in om
te zorgen dat de kachel op het juiste moment AAN of
UIT gaat.
Turboventilator - zie afb. 6
De turboventilator wordt gebruikt om de lucht in de kamer
te laten circuleren.
Wanneer de I / II schakelaar van dit model in stand I
staat en de turboschakelaar op Uit ( neon uit ) dan brandt
de kachel niet. Wanneer de I / II schakelaar in de I stand
staat, is een vermogen van 1 kW mogelijk met de
turboventilator AAN (neon aan). Voor een vermogen van
2 kW moet u de turboschakelaar op uit laten staan en
de I / II schakelaar in stand II zetten. (Wij wijzen erop
dat een vermogen van 2 kW uitsluitend mogelijk is
wanneer de turboschakelaar op Uit staat). Voor een
vermogen van 3 kW dient u de turboschakelaar op Aan
te zetten waardoor de 2 kW instelling in combinatie met
een 1 kW ventilator werkt voor een totaalvermogen van
3 kW met ventilator.
Wij wijzen erop dat de ventilator en de neon op de
turboschakelaar aan en uit gaan overeenkomstig de
bediening van de thermostaat - zie 'Thermostaat'.
Veiligheid – oververhittingbeveiliging
Voor uw veiligheid is de kachel uitgerust met een thermische
beveiliging. Als de kachel oververhit raakt, schakelt de
thermische beveiliging de kachel automatisch uit.
Om de kachel opnieuw aan te zetten, moet u de oorzaak
van de oververhitting opheffen en de stekker van de
kachel uit het stopcontact halen of de stroomtoevoer
naar de kachel gedurende enkele minuten verbreken.
Zodra de kachel voldoende is afgekoeld, kunt u de stekker
opnieuw in het stopcontact steken en de kachel aanzetten.
Belangrijke aanwijzingen
Hoewel deze kachel vervaardigd is om te voldoen aan
de toepasselijke veiligheidsnormen, kunnen bepaalde
tapijten verkleuren door de temperatuur onder de
NL