INHOUD
• ALGEMEEN
• TECHNISCHE GEGEVENS
• PROGRAMMERING EN WERKING
1) Invoeren van de supercode
2) Programmeren van de relaiscodes
3) Gebruik van relaiscodes
4) Wissen van relaiscodes
5) Bistabiele / monostabiele functie
6) Paniekfunctie
7) Programmeren van het maximale aantal foutieve ingaven
8) Programmeren van de activeringstijd van relais 1 op ingang voor
afstandsbediening van sleutel
• INSCHAKELEN VAN "SLEUTEL"-KNOP
• RESETINGANG
• INGANG VOOR AFSTANDSBEDIENING VAN SLEUTELKNOP (RK) blz.
• BESCHRIJVING AANSLUITKLEMMEN
ALGEMEEN
De range van elektronische "POWERCODE"-codesloten bestaat uit 2 modellen:
1
4
7
Art. 3328
• Art. 3328 voor inbouw in een modulair Powercom-drukknoppaneel, waarbij
een combinatie ontstaat tussen een intercomsysteem en een
toegangscontrolesysteem of een stand-alonesysteem.
1
5
9
Art. 3188
• Art. 3188 voor inbouw in een modulair Vandalcom-drukknoppaneel, waarbij
een combinatie ontstaat tussen een intercomsysteem en een
toegangscontrolesysteem of een stand-alonesysteem.
Technisch gezien zijn de artikelen 3328 en 3188 uitgevoerd met 2 relais, die
door verschillende codes geactiveerd kunnen worden.
TECHNISCHE GEGEVENS
• Aantal beschikbare codes: 302
- Eén supercode;
- 300 Relaiscodes. Het totale aantal beschikbare codes kan naar wens
verdeeld worden tussen relais 1 en 2. Voorbeeld: 245 verschillende codes
voor relais 1, en 55 verschillende codes voor relais 2;
- Paniekcode.
• Beschikbare uitgangen:
2 op onafhankelijke relais en 2 open collectors. (1 bij art. 3328)
• Werking van de uitgangsrelais: programmeerbaar d.m.v. toetsenbord als
bistabiel of monostabiel.
• Monostabiele functie: programmeerbare impulstijd tussen 1 en 99 seconden.
• Lengte van de supercode: tussen 1 en 8 cijfers.
• Lengte van de relaiscodes: tussen 1 en 8 cijfers.
• Lengte van de paniekcode: 1 cijfer.
• Ingang voor reset op afstand. (alleen bij art. 3188)
• Ingang voor afstandsbediening van sleutelknop.
• Programmeeringang.
• Eenvoudige opening d.m.v. één drukknop (tijdprogramma).
• 3 leds, afhankelijk van het model.
2 voor de indicatie van het inschakelen van relais en 1 om de
programmeerstand aan te geven.
• NO-NC potentiaalvrije uitgangen.
• Maximale stroom: max. 24V AC/DC.
• Service-uitgang: max. 500 mA.
• Voeding: 12V AC/DC.
• Gebruik: 250 mA 12V AC bij 3 ingeschakelde relais.
• Bedrijfstemperatuur: tussen -10°C en +50°C.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
2
3
5
6
8
9
0
E
2
3
4
6
7
8
0
E
AANSLUITSCHEMA'S:
9
• CA/A
elektronisch "POWERCODE"-codeslotsysteem.
9
• CA/B
elektronisch "VANDALCODE"-codeslotsysteem
9
• VCC/01B/PC
elektronisch "POWERCODE"-codeslotsysteem in
9
een traditioneel video-intercomsysteem.
9
• C5/01S/PC
elektronisch "POWERCODE"-codeslotsysteem in
10
een traditioneel deurintercomsysteem
10
• SB2V/01B/PC elektronisch "POWERCODE"-codeslotsysteem in
10
een Simplebus 2-video-intercomsysteem
10
• SB2V/01BC/PC elektronisch "POWERCODE"-codeslotsysteem in
10
een Simplebus Color-video-intercomsysteem.
10
• SBC/01S/PC
elektronisch ''POWERCODE''-codeslotsysteem in
een Simplebus -deurintercomsysteem.
10
• C5/AAD
lektronisch "VANDALCODE"-codeslotsysteem in
10
een traditioneel systeem.
10
• VCC/AAB
Elektronisch "VANDALCODE"-codeslotsysteem in
10
een traditioneel video-intercomsysteem.
• SB2/ABD
Elektronisch "VANDALCODE"-codeslotsysteem in
een Simplebus-, Simplebus 2- en Simplebus
Color-systeem.
• Gebruik van het RC-net voor storingsfilter op de contacten van de relais 1 en 2. blz.
PROGRAMMERING EN WERKING
Bij het programmeren is er een maximale tijd waarna de sessie wordt beëindigd
(ongeveer 40 seconden tussen één druk op een toets en de volgende): daarom
kan alleen met programmeren worden begonnen als precies duidelijk is welke
procedure gevolgd dient te worden.
1) Invoeren van de supercode
Allereerst dient de supercode ingegeven te worden, omdat deze
noodzakelijk is bij de volgende stappen. Wellicht is het een goed idee een
korte code te gebruiken die eenvoudig te onthouden is. Schrijf het nummer op
en bewaar het op een veilige plaats.
Procedure voor het invoeren van de supercode
1) Sluit de voedingsspanning aan.
2) Maak een verbinding tussen PGM en min (– of ck2 ).
3) Controleer of de rode led aan is.
4) Toets een supercode in (tussen 1 en 8 cijfers).
5) Toets knop "E" in om de ingegeven code op te slaan.
6) Wacht 10 seconden op een bevestigingstoon.
7) Verwijder de doorverbinding.
Voorbeeld:
Ga als volgt te werk om de supercode 12345 in te voeren:
- sluit de voeding aan;
- maak de doorverbinding;
- toets het volgende in: 1 2 3 4 5 E;
- wacht 10 sec. op een bevestigingstoon; verwijder de doorverbinding.
• Druk bij een fout tijdens het programmeren enkele malen op de "sleutel"
knop om de procedure af te breken.
• Vergeet niet om altijd "E" in te toetsen aan het eind van de handeling, zowel
tijdens het programmeren als bij normaal gebruik.
• Het
ingeven
van
de
programmeringen (inclusief de relaiscodes).
• De supercode kan niet op een standaardwaarde ingesteld worden, maar
kan alleen worden vervangen.
2) Programmeren van de relaiscodes.
Alvorens met het programmeren te beginnen is het noodzakelijk de supercode
te weten. Tijdens het programmeren blijft de rode led op het toetsenbord
branden.
Bij een fout zal de led na even geknipperd te hebben uitgaan en de procedure
zal opnieuw uitgevoerd dienen te worden.
Procedure voor het programmeren van de relaiscodes
1) Toets "0" en "E" (start programmeerstand).
2) Controleer of de rode led aan is.
3) Toets de supercode (zoals ingevoerd bij punt 1) gevolgd door "E".
4) Toets het relaisnummer (1 of 2) gevolgd door "E".
5) Toets de werkwijze in (zie punt 5), gevolgd door "E".
6) Toets de toe te voegen nieuwe code in, gevolgd door "E".
7) Controleer of de led uit is.
Voorbeeld:
Toets het volgende in om de code 55127 voor relais 1 in de bistabiele functie
(aan/uit) in te voeren:
0 E
start programmeerstand
12345 E
supercode
1 E
activeren relais 1
O E
bistabiele functie
55127 E
nieuwe code
MT CA 02
supercode
verwijdert
alle
voorgaande
9
MT CA 02
blz.
17
blz.
17
blz.
18
blz.
19
blz.
20
blz.
21
blz.
22
blz.
22
blz.
23
blz.
23
24