Algemene Veiligheidsvoorschriften - EINHELL TAIFUN M 50-4 Mode D'emploi

Anleitung Taif. M 50-4
NL
Lees de onderstaande veiligheidsvoorschriften en de
gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens met
deze benzine-grasmaaier te werken.
Maakt U zich vertrouwd met de regelbare
componenten en het behoorlijk gebruik van de
machine.
Het onoordeelkundig gebruik van de benzine-
grasmaaier kan tot zware verwondingen leiden.
Deze benzine-grasmaaier is enkel bestemd voor
het maaien van gras.

Algemene veiligheidsvoorschriften

1. Laat nooit kinderen of personen, die de
gebruiksaanwijzing niet kennen, de grasmaaier
gebruiken. De grasmaaier mag niet door
jongeren onder 16 jaar worden gebruikt.
2. De motor dient telkens afgezet te worden
voordat werkzaamheden worden uitgevoerd ter
controle, onderhoud en herstelling van de
maaier.
3. Binnen het werkgebied van de grasmaaier is de
gebruiker aansprakelijk voor schade versus
derden die door het gebruik van de grasmaaier
werd veroorzaakt.
4. Werk enkel bij voldoende licht of zorg voor een
overeenkomstige kunstmatige verlichting.
5. Controleer altijd het toestel op een of andere
aanduidingen van beschadigingen.
6. Vergewis U zich ervan dat alle
veiligheidsinrichtingen gemonteerd zijn en
correct functioneren.
7. Gebruik het toestel nooit als U moe bent.
8. Gebruik het toestel nooit in gesloten of slecht
verluchte vertrekken of in de nabijheid van
ontvlambare of explosieve vloeistoffen, dampen
of gassen.
9. Zet de motor stop en trek de contactsleutel af
alvorens blokkeringen los te maken of
verstoppingen in het uitlaatkanaal te verwijderen
en alvorens de grasmaaier te controleren,
schoon te maken, te onderhouden of er
werkzaamheden aan uit te voeren en als een
vreemd voorwerp is geraakt.
10. Vóór het gebruik dient men zich altijd door
visuele controle ervan te vergewissen dat de
snijgereedschappen, bevestigingsbouten en de
hele snijunit niet versleten of beschadigd zijn.
Om onbalans te vermijden mogen versleten of
beschadigde snijgereedschappen en
bevestigings-bouten enkel per set worden
vervangen.
11. Beschadigde onderdelen van het toestel mogen
enkel door een vakman worden vervangen.
Alleen de originele wisselstukken mogen worden
gebruikt.
12
07.11.2001 14:09 Uhr Seite 12
12. Bij het monteren en demonteren van het mes
dienen de aanwijzingen te worden nageleefd en
veiligheidshandschoenen gedragen.
13. Neem het terrein, waar U de grasmaaier
gebruikt, in ogenschouw en verwijder alle
voorwerpen die kunnen worden gegrepen en
weggeslingerd. Vreemde voorwerpen dienen
vóór het maaien te worden verwijderd.
14. Tijdens het maaien dient men altijd stevig, slipvast
schoeisel en een lange broek te dragen. Maai nooit
met blote voeten of met lichte sandalen.
15. Gebruik de grasmaaier altijd met opvangbak of
werk met gesloten veiligheidsklep, indien U de
opvangbak niet gebruikt.
16. Bij het starten van de motor mag de grasmaaier
niet even worden opgeheven.
17. Kom nooit met handen of voeten aan of onder
draaiende onderdelen.
Blijf altijd op afstand van de uitlaatopening.
18. Zet de motor stop en wacht totdat het mes
stilstaat alvorens de opvang bak los te haken of
leeg te maken.
19. De door de handgreepstang verwezenlijkte
veiligheidsafstand dient in acht te worden
genomen.
20. Indien U op een helling werkt, moet het gras
dwars t.o.v. de helling worden gemaaid.
21. Gebruik de grasmaaier niet bij hellingen boven
15 %.
22. Alvorens de grasmaaier op te heffen voor het
transport moet de motor worden afgezet, de
contactsleutel uitgetrokken en de stilstand van
het mes afgewacht.
23. Let er op dat tijdens het gebruik van het toestel
geen personen, vooral kinderen en dieren, in de
onmiddellijke nabijheid van de grasmaaier
verblijven. Zorg ervoor dat een veiligheidsafstand
van 10 m in acht wordt genomen.
24. Bewaar de grasmaaier op een droge voor
kinderen ontoegankelijke plaats.
25. Bij het starten van de motor mag de grasmaaier
niet gekanteld worden.
26. Indien de grasmaaier ongewoon sterk begint te
vibreren, is een onmiddellijke controle
noodzakelijk.
27. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en
schroeven vast aangedraaid zijn en het toestel
zich in een veilige werktoestand bevindt.
28. Indien een vreemd voorwerp is geraakt, zoek
eventuele beschadigingen aan het toestel en
voer de noodzakelijke herstellingen uit alvorens
de grasmaaier opnieuw te starten en ermee te
werken.
29. De grasmaaier mag niet aan de regen worden
blootgesteld. Het gras mag niet nat of zeer
vochtig zijn.
30. Bestuur de machine enkel stapvoets.