3 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
– Geen wijzigingen aan de bedieningselemen‐
ten en de veiligheidsinrichtingen aanbrengen
– De handgrepen moeten schoon en droog, vrij
van olie en vuil zijn – belangrijk voor een vei‐
lige bediening van het motorapparaat
– De draagriem en de handgrepen aan de hand
van de lichaamslengte instellen. Zie hoofdstuk
"Draagstel omdoen"
Het motorapparaat mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op ongeluk‐
ken!
Voor noodgevallen bij gebruik van draagriemen:
het snel loskoppelen en neerzetten van het
apparaat oefenen. Tijdens het oefenen het appa‐
raat niet op de grond gooien, om beschadigingen
te voorkomen.
3.4
Apparaat vasthouden en bedie‐
nen
Het motorapparaat altijd met beide handen op de
handgrepen vasthouden.
Een stabiele houding aannemen en het motorap‐
paraat zo vasthouden, dat de messen altijd van
het lichaam af zijn gericht.
Afhankelijk van de uitvoering kan het apparaat
aan een draagriem worden gedragen die het
gewicht van de machine draagt.
3.4.1
Apparaat met beugelhandgreep
Rechterhand op de bedieningshandgreep, linker‐
hand op de handgreep op de steel – geldt ook
voor linkshandigen. De handgrepen stevig met
de duimen omklemmen.
0458-476-9421-C
3.4.2
Apparaten met handvatrubber
Rechterhand op de bedieningshandgreep, linker‐
hand op het handvatrubber op de steel – geldt
ook voor linkshandigen. De handgrepen stevig
met de duimen omklemmen.
3.5
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van nood
direct de motor afzetten – combischuif/stopscha‐
kelaar/stoptoets in stand 0, resp. STOP plaatsen.
Dit motorapparaat is niet geïsoleerd.
Afstand houden ten opzichte van
stroom geleidende kabels – levensge‐
vaar door stroomschok!
Binnen een straal van 5 m mogen
zich geen andere personen bevinden
5m (17ft)
– kans op letsel door de bewegende
messen en de vallende takken!
Deze afstand ook ten opzichte van andere objec‐
ten (auto's, ruiten) aanhouden – kans op materi‐
ele schade!
Op een correct stationair toerental letten, zodat
de messen na het loslaten van de gashendel niet
meer bewegen. Regelmatig de instelling van het
stationair toerental controleren, resp. corrigeren.
Als de messen bij stationair toerental toch bewe‐
gen, het stationair toerental door een geautori‐
seerde dealer laten afstellen – zie gebruiksaan‐
wijzing van de combimotor.
Op de messen letten – geen stuk van het struik‐
gewas of van bosschages knippen dat niet bin‐
nen het gezichtsveld liggen.
Uiterst voorzichtig te werk gaan bij het knippen
van hoog struikgewas of hoge bosschages; er
zou zich iemand achter kunnen bevinden – eerst
controleren.
Het aandrijfmechanisme wordt tijdens
het gebruik heet. Het aandrijfhuis niet
aanraken – kans op verbranding!
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op hellingen,
in oneffen terrein enz. – kans op uitglijden!
Nederlands
31