Bediening
DAB-radiomodus
Functie van de afzonderlijke toetsen
•
Toets BND/LOU/ENT (6)
Met deze toets wordt het bandbereik van het DAB-radiogedeelte gekozen. Er staan 3 DAB-bereiken ter beschikking:
DAB1 > DAB2 > DAB3
Op elk van de bandbereiken kunnen 6 zenders op de stationstoetsen 1-6 (26) worden opgeslagen.
•
Toetsen (15) en (5)
Met deze toetsen wordt de ontvangstfrequentie gewijzigd om zenders in de DAB-radiomodus in te stellen.
Door kort te drukken op een toets start het automatisch zoeken naar zenders (schermweergave TUNING).
Het zoeken stopt pas bij de volgende goed te ontvangen zender.
•
Stationstoetsen 1-6 (26)
Door een korte druk op deze toetsen kan men direct een van tevoren opgeslagen zender selecteren.
Om een net beluisterde zender op te slaan moet gewoon de gewenste toets langer dan 1 seconde ingedrukt worden.
Elk van de drie DAB-bandbereiken (DAB1-3) heeft zes stationstoetsen. In totaal kunnen hier dus 18
stationstoetsen worden bezet.
•
Toets AS/PS (23)
Wanneer de toets langer ingedrukt wordt, worden alle goed te ontvangen DAB-zenders automatisch op de
stationstoetsen 1-6 (26) opgeslagen.
•
Toets PTY (24)
Als deze toets wordt ingedrukt, verschijnt de lijst van de te ontvangen DAB-zenders.
De verschillende zenders worden weergegeven door aan de draaiknop VOLUME (4) te draaien.
Door op de toets SELECT (4) te drukken wordt de weergegeven zender geselecteerd.
•
Toets DSP (12)
Druk op deze toets om verschillende informatie (zoals vb. zendfrequentie, tijd, signaalkwaliteit, signaalsterkte, etc.)
op te roepen.
143