Als u de vaatwasmachine regelmatig reinigt, verlengt u de levensduur van de machine.
Controleer voordat u de vaatwasmachine gaat reiningen of de machine uit staat. Verwijder de stekker uit het stopcontact en
draai de waterkraan dicht.
Reinig de buitenkant van de vaatwasmachine met een vochtige doek. Om nare luchtjes van etensresten te voorkomen, reinig de
rand van de deur regelmatig met een vochtige doek of spons.
Om te voorkomen dat de machine stuk gaat of verstopt raakt, adviseren wij u de machine regelmatig te reinigen met een
speciaal schoonmaakmiddel. Kies een programma met een hoge temperatuur en zorg dat er geen vaatwerk in de machine zit.
Er zijn speciale schoonmaakmiddelen te koop voor de vaatwasmachine. Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig de filters en de sproeiarm een keer per week.
HET SCHOONMAKEN VAN DE FILTERS
Controleer een keer per week of er voedselresten zijn achtergebleven op de filters. Verwijder de filters en reinig ze grondig
onder de warme kraan.
Het filtersysteem bestaat uit drie filters:
•
zeef (A)
•
filter - fijn (B)
•
filter - grof (C)
Open
C
B
A
C
B
A
• Gebruik de vaatwasmachine niet als de filters niet geplaatst zijn.
• Als een van de filters niet goed geplaatst is, heeft dit een slecht wasresultaat als gevolg.
• Zorg ervoor dat alle filters schoon zijn. Dit is belangrijk voor een goede werking van de vaatwasmachine.
HET SCHOONMAKEN VAN DE SPROEIARM
Controleer regelmatig of de openingen van de sproeiarm niet verstopt is. Door vuil kunnen op den duur de sproeiopeningen
verstopt raken. Maak de sproeiarm los als deze verstopt is en reinig met warm water.
• Verwijder de sproeiarm door deze recht naar boven te trekken.
• Reinig de sproeiarm met warm water.
• Zorg bij het terugplaatsen van de sproeiarm dat deze goed vast klikt.
REINIGING EN ONDERHOUD
C
B
A
1. Om de filters te verwijderen, draait u het filter (B) tegen de klok in.
2. Trekt het geheel (B en C) omhoog.
3. Trek het grove filter (C) los van het fijne filter (B) en reinig beide onderdelen goed met
warm stromend water en een afwasborstel.
4. Neem de zeef (A) uit de vaatwasmachine en reinig deze onder warm stromend water.
Plaats daarna de zeef terug in de vaatwasmachine.
5. Plaats het grove filter in het fijne filter met de merktekens tegenover elkaar. Bevestig
het geheel in de zeef en draai het vast met de klok mee.
NL - 18