Aardverbinding; Asafdichting - VARISCO V-ATEX Instructions De Sécurité

V-ATEX
De brandbaarheidsgrens van de verwarmingsvloeistof moet ten minste 50 ° C hoger zijn dan de temperatuurklasse van de pomp.
De druk van de verwarmingsvloeistof mag de volgende waarden niet overschrijden:
- 3 bar voor de verwarmingsvoering van de deksel;
- 10 bar voor de verwarmingsvoeringen van de romp en axiale afdichting.
8

AARDVERBINDING

Afbeeldingen 1 en 2 geven respectievelijk het aardingspunt aan:
- in Afb. 1 voor de pompen met vrije aseinde (op het onderdeel genaamd "gebogen ondersteuning");
- in Afb. 2 voor de pompeenheden (op het onderdeel genaamd "basis").
Voor pompen met vrije aseinde, moet de installateur zorgen voor een geschikte aarding en/of equipotentiaalverbinding van de
massa's met behulp van een vertinde kabelaflsuiting.
Voor de pompeenheden is de equipotentiaalverbinding van de massa's van de apparatuur gegarandeerd door de fabrikant
en moet de aansluiting van de aarde worden uitgevoerd volgens de relevante technische normen en met inachtneming van
de gebruiksinstructies van de onderdelen. In ieder geval moeten de kabels die worden gebruikt voor aarding of voor het
equipotentiaalbeveiligingscircuit een adequate doorsnede hebben en moeten de contactoppervlakken van de aansluitingen
schoon zijn en tegen corrosie zijn beschermd.
De pomp moet altijd geaard zijn onafhankelijk van de motor of ander orgaan waarmee deze is verbonden. Het ontbreken
van aarding of onjuiste aarding maakt de veiligheids- en beschermingsvereisten voor explosiegevaar ongeldig.
Alle elektrische aansluitingen op de pomp en op het systeem moeten worden gemaakt in overeenstemming met de geldende
technische normen.
Het elektrische systeem moet worden aangelegd door gekwalificeerd personeel in overeenstemming met de geldende
wetgeving.
Er moet altijd continuïteit zijn tussen de pomp en andere elementen die op de aarde zijn aangesloten.
Controleer jaarlijks de goede staat van de aardverbinding.
9

ASAFDICHTING

9.1 AFDICHTINGMECHANISCH
Het is mogelijk dat de afdichting beschadigd is en de vloeistof in de pomp naar buiten komt; de gebruiker moet deze gebeurtenis
evalueren en de nodige voorzorgsmaatregelen treffen zodat de vloeistof niet in contact komt met de externe omgeving.
Inspecteer de afdichting bij ieder onderhoud aan de pomp en stop deze onmiddellijk in het geval van een lek. De
lekkende afdichting moet worden vervangen volgens de instructies in de gebruiks- en onderhoudshandleiding van de
pomp. Originele reserveonderdelen van Varisco moeten worden gebruikt.
De pompen met mechanische afdichting (behalve de gespoelde) zijn uitgerust met een tank voor het smeren van het gebied van
de afdichting: als smeermiddel moet een vloeistof worden gebruikt die compatibel is met de verpompte vloeistof en met de
materialen van de mechanische afdichting en de olieafdichting die aan het uiteinde van de as is gemonteerd. Als deze compatibel
is, adviseren wij om SAE 15W-40-motorolie te gebruiken. Tussen de smeervloeistofhouder en de afdichtingsdrager bevindt zich
een aftakking voor de aansluiting van een temperatuursensor: dat wil zeggen dat de pomp is ingericht om de temperatuur van
de afdichting te detecteren. In het geval dat de integrator/installateur besluit om, na een procesrisicoanalyse, een
temperatuursensor te installeren, moet deze worden geïntegreerd in een circuit waarvan de minimale prestaties van de
veiligheidsfunctie gelijk zijn aan PL = c, categorie = 2, in overeenstemming met UNI EN 13849-1: 2008 norm; deze sensor moet
worden aangesloten op het bedieningspaneel en moet de pomp stoppen wanneer de ingestelde drempel is bereikt. De
verbinding moet worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel en in overeenstemming met de geldende voorschriften.
48
- INSTRUCTIES VOOR VEILIGHEID IN OVEREENKOMST MET RICHTLIJN 2014/34/EU
Temperatuurklasse
van de pomp
T1
T2
T3
T4
Tabel 3
Maximale temperatuur
van de verwarmingsvloeistof
300 °C
230 °C
130 °C
70 °C
LET OP
LET OP
LET OP