Opladen met een externe lader
AANWIJZING
Er mogen alleen laders worden gebruikt die door de
accufabrikant worden aanbevolen en gecertificeerd
zijn volgens SELV (Safety Extra-Low Voltage, extra
lage spanning).
GEVAAR:
Steek de lader niet in de machine als de lader onder
spanning staat (de lader is ingeschakeld).
De gebruiker kan hierbij gewond raken door een elektri-
sche schok.
WAARSCHUWING:
Laadkabels geven hoge stroomwaarden door. Als
stekkers, kabels of aansluitingen tekenen van scha-
de vertonen, mag de lader niet gebruikt worden.
• Sluit de externe acculader aan op de laadstekker voor de
accu van de machine.
AANWIJZING
Let erop dat de stekker tot aan de aanslag ingesto-
ken is om een goed elektrisch contact te waarbor-
gen.
AANWIJZING
Controleer of de aangesloten lader het laden ge-
start heeft.
AANWIJZING
Tijdens het laden zijn alle functies van de machine
uitgeschakeld.
Opladen met (optionele) on-board-lader
• De machine moet uitgeschakeld zijn.
• Sluit het netsnoer aan op een (traag gezekerd) stopcon-
tact.
• Het gele lampje brandt continu tot ca.
90% van de accucapaciteit bereikt is.
Daarna knippert het lampje tot de
accu volledig opgeladen is.
• Wanneer het laden is voltooid, brandt
het groene lampje.
Nadat het laden is voltooid
WAARSCHUWING:
Schakel de lader uit voordat u de verbinding met de
accu's loskoppelt.
Het loskoppelen van een lader die is ingeschakeld kan
leiden tot een explosie in het accucompartiment.
• Berg het netsnoer op in de ruimte die daarvoor in de (opti-
onele) on-board-lader voorzien is.
• Zorg dat de laadkabel droog is en beschermd tegen be-
schadiging.
Onderhoud van open (natte) batterijen
AANWIJZING
Het verzorgen van onderhoudsvrije batterijen blijft
in principe beperkt tot het volgen van de juiste laad-
processen en de correct ingestelde laadcurve.
62
Batterijcompartiment openen voor het onder-
houd
• De machine moet uitgeschakeld zijn.
• Neem de bestuurdersstoel uit de kap
van de stoel en leg deze op de grond.
Zo voorkomt u dat de bestuurders-
stoel omlaag valt en voorkomt u let-
sel bij personen.
• Maak het batterijcompartiment open
met de meegeleverde sleutel.
• Verwijder de kap van de stoel en leg
deze voorzichtig op de grond.
Nu kunt u onderhoud uitvoeren aan
de accu volgens de instructies van
de fabrikant.
Voor de inbedrijfstelling
Parkeerrem
• De parkeerrem wordt automatisch ontgrendeld door het
elektronische systeem als u het gaspedaal indrukt.
AANWIJZING
Als de machine stilstaat, is de parkeerrem altijd ge-
activeerd.
Zowel bij een in- als uitgeschakelde machine.
Ontgrendelen:
AANWIJZING
De bestuurdersstoel is uitgerust met een stoelscha-
kelaar (aanwezigheidsherkenning). Deze stoel-
schakelaar wordt geactiveerd zodra de
bestuurdersstoel door het bedienende personeel
bezet wordt.
Alleen bij geactiveerde stoelschakelaar kan de machine
worden bediend.
Noodontgrendeling:
AANWIJZING
Indien de besturing of stroomvoorziening uitvalt,
kan de parkeerrem handmatig worden ontgrendeld.