1.
3.
Installatie-aanwijzing
Eerste keer voedingsspanning
Na de eerste inschakeling wordt automatisch naar
de instelling van het apparatenadres gewisseld. De
inbedrijfstelling kan alleen worden doorgevoerd als
deze instelling met succes is doorlopen. De
procedure hiervoor is onder de instelling van het
"Apparaatadres" (instelniveau specialist)
beschreven.
2.3
Instelniveau service
1. Druk de aanwezigheidstoets ca, 6
seconden in tot er een "A" verschijnt.
2. De afzonderlijke instellingen uit
onderstaande lijst kiest u opnieuw met
de aanwezigheidstoets.
3. Stel vervolgens met de draaiknop de
afzonderlijke waarden in.
4. Met de timertoets verlaat u na
Installatie-aanwijzing
2.
4.
74 319 0328 0 c - B1633
74 319 0328 0 c - B1633
4
3
6
5
2
1
2
Inbedrijfstelling
2.1
Voorbereidende controles
•
De bedrading volgens het aansluitschema uitvoeren.
•
De installatie op volledigheid controleren.
2.2
De voedingsspanning inschakelen
Indien er geen weergave verschijnt:
• De bus heeft geen voedingsspanning
• De bedrading is onderbroken, de aansluitingen
verwisseld
• Het ruimteapparaat is niet correct ingeklikt in de
sokkel
3
4
74 319 0328 0 c - B1633
uitgevoerde instelling het
serviceniveau.
Instellingen van het serviceniveau:
Zoneadres A
Het zoneadres moet overeenstemmen met de regelaar.
Standaardwaarde
−
Instelbereik
−
Bedrijfswijze (mode) terugzetten t
Na het indrukken van de mode knop, wordt na de hier ingestelde tijd
teruggeschakeld naar automatisch.
Standaardwaarde
−
Instelbereik
−
Eenheid u
De weergave is op gebruikelijke standaards instelbaar.
Standaard
−
Instelbaar
−
Calibratie van de gemeten ruimtetemperatuur c
De gemeten ruimtetemperatuur kan bij afwijkingen aan de
omstandigheden worden aangepast.
Standaardwaarde
−
5
6
74 319 0328 0 c - B1633
1
CE+
Konnex TP1 *
2
CE-
Konnex TP1 *
3
-
-
4
-
-
5
-
-
6
-
-
* niet verwisselbaar
Installatie-aanwijzing
1
1...126
- - h
- - h (inactief), 1...99h
°C
°C, °F
0 °C
Installatie-aanwijzing