7.
Enkele tips bij de installatie
Actieve terminal
•
De actieve uitgang schakelt gedurende 10 seconden naar de massa (-)
van zodra een toets wordt ingedrukt. Gebruik deze uitgang voor het
inschakelen van een led, een zoemer of een CCTV-camera.
•
Gebruik bij aansluiting van een krachtig toestel zoals een lamp een
externe voeding en een geïsoleerd relais. Zorg voor een gepaste
isolatiefactor.
•
Sluit slechts een enkel circuit aan de terminal. De opgenomen stroom
mag niet groter zijn dan 100 mA (max. waarde).
Gedwongen uitgang
•
De gedwongen uitgang schakelt naar de massa (-) van zodra een code
voor gedwongen toegang wordt ingegeven. Gebruik deze uitgang voor
het inschakelen van een led of een zoemer, of sluit aan op een
alarmsysteem.
•
Sluit slechts een enkel circuit aan de terminal. De opgenomen stroom
mag niet groter zijn dan 100 mA (max. waarde).
Uitgang 2
•
Gebruik het normaal open contact om een normaal gesloten
bewakingszone van een alarmsysteem te shunten. Plaats hiervoor
uitgang 2 in schakelmodus (start/stop).
•
Gebruik de terminals voor het in- en uitschakelen van het alarmsysteem.
Plaats uitgang 2 in momentschakeling voor een alarmsysteem met
meerdere centrales of in schakelmodus (start/stop) voor een
alarmsysteem met een enkele centrale.
26.02.2010
HAA2850
21
Rev. 03
©Velleman nv