Attentie!
Schroeven 3 (afb. 3) zo diep in het hout laten
zinken dat ze niet meer te voorschijn komen.
2. Beschermplaat 4 (afb. 3) van de achterkant
met twee houtschroeven bevestigen.
Het bewerken van metaal en kunststoffen
1. Machinebankschroef met M8 zeskantbouten
in één van de drie T-groeven van de slede
bevestigen.
2. Werkstuk inspannen..
3. Vastzetschroef van de slede 8 of 9 (afb. 1)
voor de niet glijdende geleiding vastzetten.
Attentie!
De aanvoer moet steeds tegen de snijrichting
van de freesmachine plaatsvinden.
4. Aanvoerrichting bij de rechthoek uitfrezen
(afb. 4).
5. Aanvoerrichting bij het affrezen van kanten
(afb. 5).
6. Aanvoerrichting bij het frezen van sponningen
(afb. 6)
Het bewerken van hout
Opmerking:
Werkstukken uit hout kunnen op de werkvlakte
ook met behulp van de ingesloten aanslag 10
(afb. 1) en de klemschroef 2 (afb. 1) worden
bevestigd.
Normale positie van de aanslag
1. Aanslag 1 (afb. 7) met de twee ingesloten
inbusbouten (2) (M6x20) op de slede
bevestigen.
Opmerking:
Door langgaten in de aanslag laat zich deze
30 mm naar voren en achteren verstellen.
90°- positie van de aanslag
2. Aanslag 1 (afb. 8) met een inbusbout (2)
(M6x20) op de slede bevestigen. Hierbij op
het vastklikken van de nokken (3) en (4) letten!
45°- positie van de aanslag
3. Aanslag 1 (afb. 9) met een inbusbout (2)
(M6x20) op de slede bevestigen. Hierbij ook
hier op het vastklikken van de nokken (3) en
(4) letten!
Klemschroef monteren
4. Klemschroef volgens 1 (afb. 10) in de gekozen
T-groef van de slede bevestigen.
Werkstuk inspannen
5. Werkstuk op de slede uitrichten, tegen de
aanslag drukken en met behulp van de klem-
schroef veilig bevestigen.
Attentie!
De aanvoer moet ook hier steeds tegen de
snijrichting van de freesmachine plaatsvinden.
6. Vastzetschroef 8 of 9 (afb. 1) voor de niet-
geleiding vastzetten.
7. Aanvoerrichting bij het frezen van lang-
skanten (afb. 11).
8. Aanvoerrichting bij het frezen van
sponningen (afb. 12).
9. Aanvoerrichting bij het frezen van tappen
(afb. 13).
10. Aanvoerrichting bij het frezen van profielen
(afb. 14).
11. Aanvoerrichting bij het frezen van groeven
(afb. 15).
12. Aanvoerrichting bij het frezen van recht-
hoeken (afb. 16).
Onderhoud
Attentie!
Vóór alle onderhouds- en reinigingswerkzaam-
heden de netsteker uit het stopcontact nemen.
Algemeen
1. Alle geslepen glijvlakken en de beide spindels
regelmatig, het best vóór werkbegin, met
goede motorolie insmeren.
Spelling van de geleidingen instellen
2. Contramoeren van de stelschroeven 1 (afb.
17) losmaken, alle stelschroeven gelijkmatig
naar binnen draaien tot de speling is ver-
holpen en de contramoer weer aantrekken.
Na gebruik
3. Na gebruik alle spaanders met een kwast
afvegen en de kruistafel met een zachte doek
grondig reinigen.
NL
- 15 -