6
Inbedrijfstelling/Buitenbedrijfstelling
6.1
Inbedrijfstelling
LET OP
Is niet gewaarborgd dat de BADU OmniTronic de besturing van
de pomp overneemt, mag de pomp niet worden ingeschakeld.
Bovendien moet zijn gewaarborgd, dat de pomp niet wordt
ingeschakeld als de klep draait.
Het transparante deksel sluiten, voordat het apparaat onder
spanning wordt gezet.
6.2
Functietest
6.2.1
Zelftest
Na het aanleggen van de voedingsspanning, evenals het
inschakelen van de BADU OmniTronic met de verlichte
tuimelschakelaar voert het apparaat eerst een zelftest uit. Deze
eindigt in de positie "Filteren". Daarna is het apparaat
bedrijfsgereed.
6.2.2
Afsluitorganen
De ingebouwde afsluitorganen in de aansluitleidingen naar de
BADU OmniTronic moeten volledig geopend zijn.
04|2019
Inbedrijfstelling/Buitenbedrijfstelling
NL 39