– 2 bar [200 kPa] en 5 bar [500 kPa];
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van
de machine.
• Installeer stroomopwaarts een goedgekeurde dubbele terugslagklep volgens de voor-
schriften van het land waar de machine wordt geïnstalleerd.
A.7
Elektrische aansluitingen
• Werkzaamheden aan de elektrische installaties mogen uitsluitend verricht worden door
gespecialiseerd personeel.
• Zorg ervoor dat de elektrische gegevens op het typeplaatje in overeenstemming zijn met
de stroomvoorziening.
• Zorg ervoor dat de machine volgens de veiligheidsvoorschriften en de plaatselijke
wetten van het land waar hij gebruikt wordt, wordt geïnstalleerd.
• Indien de voedingskabel beschadigd is, dan dient hij door de Klantenservice of in ieder
geval door gespecialiseerd personeel vervangen te worden, teneinde elk risico te
vermijden.
• De machine moet op de juiste wijze geaard zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor de gevolgen van een ondeugdelijk aardingssysteem.
• Sluit de machine aan op het equipotentiale beschermingscircuit , indien aanwezig.
• Installeer, om de stroomvoorziening van de machine te beschermen tegen kortsluiting
en/of overbelasting, een thermische zekering of een geschikte automatische thermo-
magnetische stroomonderbreker, ADS (Automatic Disconnection of Supply).
• Installeer om de stroomvoorziening van de machine tegen stroomlekken te beschermen
een hogegevoeligheids RCD (reststroomapparaat) met handmatige terugstelling, die
geschikt is voor overspanningscategorie III.
• Raadpleeg voor de bescherming tegen indirecte contacten (afhankelijk van het type
voeding en van de aarde-aansluitingen op het equipotentiale beschermingscircuit
punt 6.3.3 van de EN 60204-1 (IEC 60204-1) voor het gebruik van beschermings-
voorzieningen die de automatische onderbreking van de voeding garanderen in geval
van een defect van de isolatie in de TN- of TT-systemen. Voor IT-systemen moeten
isolatiecontrollers of beschermingsvoorzieningen op differentiaalstroom gebruikt
worden voor de automatische onderbreking van de voeding (er moet een isolatiecon-
troller zijn voorzien voor de detectie van een mogelijke eerste aardingsfout van een
onderdeel onder spanning, behalve wanneer er een beschermingsvoorziening aan-
wezig is om de voeding te onderbreken in geval van een dergelijke fout. Deze
voorziening moet een geluidssignaal of visueel signaal activeren dat tijdens de gehele
duur van de storing actief moet blijven). Bijvoorbeeld: in een TT-systeem moet
bovenstrooms van de voeding een reststroomapparaat met interventiestroom (bijvoor-
beeld 30 mA) geïnstalleerd worden dat is aangesloten op de aardingsinstallatie van het
gebouw waar de machine geïnstalleerd zal worden.
• Zorg ervoor dat er een noodschakelaar wordt geïnstalleerd bij de toevoer en afvoer van
de korventransportmachine. Voor alle extra modules die later geïnstalleerd worden
moet de noodschakelaar naar het einde van de machines worden verplaatst.
• Zorg ervoor dat voor alle extra modules die later geïnstalleerd worden de kabel voor de
stroomvoorziening de juiste afmetingen heeft.
A.8
Reiniging en onderhoud van de machine
• Zie
"A.3
Persoonlijke
beschermingsmiddelen.
• Voordat u welke onderhoudswerkzaamheden dan ook gaat uitvoeren moet de machine
in veilige omstandigheden verkeren. Koppel de machine los van de stroomvoorziening
Beschermingsmiddelen"
voor
geschikte
NEDERLANDS
)
persoonlijke
97