•
niet onderworpen is aan tractie of torsie;
•
niet in aanraking komt met scherpe randen of
hoeken;
•
de leiding gemakkelijk onderzocht kan worden
om de toestand ervan te controleren.
De controle van de staat van de flexibele leiding
bestaat erin te controleren of:
•
de leiding geen barsten, sneden, vlekken of
brandsporen vertoont op de twee uiteinden en
over de volledige lengte;
•
het materiaal niet gehard is, maar de juiste
elasticiteit vertoont
•
de bevestigingsklemmen niet verroest zijn
•
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waarneembaar
zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar
moet deze worden vervangen.
WAARSCHUWING! Controleer
wanneer de installatie is voltooid of
alle leidingfittingen goed zijn afgedicht.
Gebruik een zeepoplossing, geen
vlam!
VERVANGING SPUITMONDEN (ALLEEN
VOOR BELGIË)
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -kronen.
3. Verwijder met een dopsleutel 7 de
hoofdsproeiers, en vervang ze door de
sproeiers die vereist zijn voor het type gas dat u
gebruikt (zie de tabel in het hoofdstuk
'Technische gegevens').
4. Zet de onderdelen in omgekeerde volgorde
terug.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje voor het
nieuwe type gastoevoer. U kunt het plaatje
vinden in het zakje dat bij het apparaat geleverd
is.
Als de toevoergasdruk aanpasbaar is of verschilt
van de vereiste druk, moet u een geschikte
drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren.
AANPASSING VAN HET MINIMALE NIVEAU
(ALLEEN VOOR BELGIË)
Het minimumniveau van de branders afstellen:
1. Steek de brander aan.
2. Draai de knop naar de minimale stand.
3. Verwijder de knop.
4. Pas de stand van de bypass-schroef aan met
een smalle schroevendraaier (A).
8
A
5. Als u overstapt:
•
van aardgas G20/G25 20/25 mbar op
vloeibaar gas, draai de instelschroef dan
helemaal vast.
•
van vloeibaar gas op aardgas G20/G25
20/25 mbar, draai de bypass-schroef dan
ongeveer 1/4 draai los (1/2 draai bij een
multibrander).
WAARSCHUWING! Zorg dat de
vlam niet uit gaat als u de knop snel
van de maximale stand naar de
minimale stand draait.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
•
Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het
type stroom op het typeplaatje overeenkomen
met het voltage en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
•
Dit apparaat wordt geleverd met een netsnoer.
Dit moet zijn voorzien van een geschikte stekker,
die geschikt is voor de belasting die vermeld is
op het identificatieplaatje. Zorg dat u de stekker
in een goed stopcontact steekt.
•
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
•
Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
•
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
•
Er is brandgevaar als het apparaat verbinding
maakt met een verlengkabel, een adapter of een
meervoudige aansluiting. Zorg ervoor dat de
aarde-aansluiting overeenkomt met de normen
en regelgeving.
•
Laat de stroomkabel niet warmer worden dan
90° C.
AANSLUITKABEL
Gebruik om de aansluitkabel te vervangen alleen de
speciale kabel of een gelijksoortig type. Het
kabeltype is: H03V2V2-F T90.
Zorg ervoor dat de doorsnede van het snoer
geschikt is voor het voltage en de
bedrijfstemperatuur. De geel/groene aarddraad