In het laboratorium:
◗
Let er op dat de test met de meter en de laboratoriumtest binnen 15
minuten na elkaar worden uitgevoerd.
◗
Was uw handen voordat u een bloedmonster neemt.
◗
Gebruik alleen vers capillair bloed uit een vingertop.
Er kan nog altijd sprake zijn van een afwijking want de bloedglu-
cosespiegel kan aanzienlijk variëren binnen een korte tijd, zeker wan-
neer u kort daarvoor hebt gegeten, aan lichaamsbeweging hebt gedaan,
medicijnen hebt ingenomen of last van stress hebt gehad.
kort na een maaltijd het bloedglucosegehalte in een monster uit een
vingertop tot 70 mg/dL (3,9 mmol/L) hoger zijn dan dat in een mon-
ster uit een ader (veneus monster) zoals dat wordt gebruikt voor een
laboratoriumtest.
lang niets te eten voordat vergelijkende tests worden uitgevoerd.
Factoren zoals de hoeveelheid rode bloedcellen in het bloed (een hoog
of laag hematocrietgehalte) of het verlies van lichaamsvocht (ernstige
dehydratatie) kunnen ook tot gevolg hebben dat een meterresultaat
verschilt van een laboratoriumresultaat.
Referenties
1. Surwit, R.S., and Feinglos, M.N.: Diabetes Forecast (1988), April, 49–51.
2. Sacks, D.B.: "Carbohydrates." Burtis, C.A., and Ashwood, E.R. (ed.), Tietz Textbook
of Clinical Chemistry. Philadelphia: W.B. Saunders Company (1994), 959.
2
Daarom wordt u geadviseerd ten minste acht uur
1
Verder kan
37