uw werkzaamheden het daarvoor bestemde
elektrische gereedschap. Met het passende
elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen
het aangegeven capaciteitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet
meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact of neem de
accu uit het elektrische gereedschap voordat u
het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of
het gereedschap weglegt. Deze voorzorgsmaatregel
voorkomt onbedoeld starten van het gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen
buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap
niet gebruiken door personen die er niet mee
vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben
gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk
wanneer deze door onervaren personen worden
gebruikt.
e) Verzorg het gereedschap zorgvuldig. Controleer
of bewegende delen van het gereedschap
correct functioneren en niet vastklemmen en of
onderdelen zodanig gebroken of beschadigd zijn
dat de werking van het gereedschap nadelig wordt
beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren
voordat u het gereedschap gebruikt. Veel ongevallen
hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische
gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp
en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende
inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrische gereedschappen,
toebehoren, inzetgereedschappen en dergelijke
volgens deze aanwijzingen. Let daarbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van elektrische
gereedschappen voor andere dan de voorziene
toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5) SERVICE
a) Laat het gereedschap alleen repareren door
gekwalificeerd en vakkundig personeel en
alleen met originele vervangingsonderdelen.
Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het
gereedschap in stand blijft.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR RECIPROZAGEN
ALGEMEEN
• Wees op de hoogte van de knoppen en het juiste
gebruik van de machine
• De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaar voor andere personen of hun eigendom
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
• Deze machine mag niet worden gebruikt door personen
onder de 16 jaar
• Bewerk geen asbesthoudend materiaal (asbest geldt
als kankerverwekkend)
• Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommige
houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk zijn
(contact met of inademing van de stof kan allergische
reacties en/of ademhalingsziekten bij gebruiker of
omstanders veroorzaken); draag een stofmasker en
werk met een stofopvang-voorziening als die kan
worden aangesloten
• Bepaalde soorten stof zijn geclassificeerd als
kankerverwekkend (zoals stof van eiken en beuken),
met name in combinatie met toevoegingsmiddelen voor
houtverzorging; draag een stofmasker en werk met
een stofopvang-voorziening als die kan worden
aangesloten
• Neem voor de door u te bewerken materialen de
nationale voorschriften aangaande stofopvang in acht
• Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming
• Reik niet naar iets onder het werkstuk (het is dan
niet te zien hoe dicht het zaagblad zich bij uw hand
bevindt)
• Kom met uw handen niet tussen de behuizing en
zaagbladklem A ② (uw vingers kunnen tussen klem en
behuizing beklemd raken)
• Blijf met uw handen uit de buurt van het
werkgebied van de zaag en het zaagblad; houd met
uw tweede hand voorhandgreep B ② vast (als beide
handen de machine vasthouden, kunnen ze niet met het
zaagblad in contact komen)
• Houd nooit een te zagen werkstuk in uw handen
of op uw been (het is belangrijk om het werk goed te
ondersteunen om lichaamsverwondingen, verklemmen
van het zaagblad, of verlies van controle over de zaag
tot een minimum te beperken)
• Gebruik klemmen of andere hulpstukken om het
werkstuk vast te klemmen of te ondersteunen (bij
het in de hand of tegen het lichaam houden van het
werkstuk, kan de machine niet goed onder controle
gehouden worden)
• Gebruik beschermende handschoenen als u het
zaagblad uit de machine haalt (het zaagblad kan heet
zijn na langdurig gebruik)
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
• Controleer altijd of het voltage, dat vermeld staat op
het typeplaatje van de machine, overeenkomt met de
netspanning (met 230V of 240V aangeduide machines
kunnen ook op 220V aangesloten worden)
• Controleer regelmatig het snoer en laat het door een
erkende vakman vervangen, indien beschadigd
• Gebruik alleen een voor gebruik buitenshuis
goedgekeurd verlengsnoer met een waterdichte stekker
en contactstop
• Controleer het verlengsnoer regelmatig en vervang dit
als het beschadigd is (het gebruik van ondeugdelijke
verlengsnoeren kan gevaarlijk zijn)
• Gebruik volledig uitgerolde en veilige verlengsnoeren
met een capaciteit van 16 Ampère
• Wanneer de machine in een vochtige omgeving wordt
gebruikt, een lekstroombeveiliging gebruiken met een
uitschakelstroom van maximaal 30 mA
• Houd de machine bij de geïsoleerde handgrepen
vast, indien de zaag tijdens het werk verborgen
bedrading of zijn eigen kabel zou kunnen raken
(contact met een draad onder spanning zal ook de
blootgestelde metalen delen van de machine onder
spanning zetten en de gebruiker een electrische schok
bezorgen)
• Gebruik een geschikt detectieapparaat om
verborgen stroom-, gas- of waterleidingen op
te sporen of raadpleeg het plaatselijke energie-
of waterleidingbedrijf (contact met elektrische
17