4.7
NEUTRAALAFSTELLING ____________________________________________________
Belangrijk. De neutraalstand op de drijfpomp is een
fabrieksinstelling die geldt voor alle nieuwe tractors en
vervangingspompen. Verdere bijstelling is alleen vereist
als de pomp voor onderhoud is gedemonteerd of als de
neutrale hendelbeugel (F) is losgeraakt.
Neutraalafstelling op de pomp:
1. Ontkoppel de tractiepedaalverbinding van de pomp.
Verwijder de schakelaarmontagebeugel van de
pomp.
2. Zet de tractor stevig op krikken waarbij alle wielen
vrij van de grond moet komen
3. Controleer of de sleepklep (H) is gesloten.
4. Los de schroeven (G) die de pompretourarmbeugel
vasthouden net genoeg om hem te kunnen
bewegen.
5. Trek de parkeerrem aan en zet de krachtafneem-
schakelaar in de vrijstand.
De neutraalstand-sensorschakelaar moet worden
gesloten om de tractor te starten. Op dit punt is de
schakelaar
mogelijk
gemonteerd. Om de schakelaar te sluiten zodat de
motor kan worden gestart, moet hij met de voorkant
omlaag op het metalen frame worden geplaatst.
4.8
NEUTRAALSTAND-SENSORSCHAKELAAR ____________________________________
De neutraalstand-sensorschakelaar maakt deel uit van
het back-up systeem van de bestuurder en is ontworpen
om starten van de tractor te voorkomen tenzij de
tractiepedaal in de neutraalstand staat. Als de schakelaar
niet werkt of verkeerd is afgesteld, start de tractor niet.
1. Zorg ervoor dat de drijfpomp en tractiepedaal-
verbinding tot neutraal zijn afgesteld - secties 4.7 en
4.11.
2. Positioneer de schakelaar zodanig dat de wijzer (A)
op de activeringsplaat boven het sensorgedeelte op
de schakelaar is gecentreerd.
3. Stel de schakelaar zodanig bij dat de opening
tussen het sensorgedeelte op de schakelaar en het
wijzereind tussen 1,5 - 3 mm is. Zet de schakelaar
in deze stand vast.
4. Na afstelling moet de werking van het back-up
systeem worden gecontroleerd.
NL-22
nog
niet
op
de
pomp
6. Start de motor en observeer de wielen. Roteer
beugel (F) in de sleufgaten totdat de wielen niet
meer draaien. Schakel de motor uit en zet de
beugel op zijn plaats vast.
7. Sluit de tractiepedaalverbinding weer aan - sectie
4.11 - waarna de schakelaars moeten worden
geïnstalleerd en afgesteld - secties 4.8 en 4.9.
8. Start de motor en controleer de werking van de
tractiepedaal.
De
wanneer
de
pedaal
terugkeert.
K
1,5 - 3 mm
wielen
mogen
niet
naar
de
neutraalstand
F
H
G
A
draaien
HR027
Afb. 4H
HR010
Afb. 4I