INSTELLINGEN VAN HET SYSTEEM
Geluidsvolume
Beltoon
PB downl.
"Instellingen Bluetooth"
Telefoon verbonden met het systeem
Als u de beltoon van de auto of de telefoon
wilt activeren via Bluetooth®, selecteert
u "Beltoon" met de knoppen 4 of de draai-
knop 16 op de bediening bij het stuurwiel.
Druk vervolgens op 5 of 17 om te bevesti-
gen.
NL.34
(5/5)
Er wordt een nieuw submenu weergegeven:
– "Auto";
– "Telefoon";
– "PB downl.".
Selecteer een van de items die u wilt acti-
veren met de knoppen 4 van de radio of de
bedieningsknop 16 op het bedieningspaneel
op de stuurkolom en druk daarna op 5 of 17
om te bevestigen.
Opmerking: wanneer u een telefoon aan het
audiosysteem koppelt, wordt er een nieuw
item weergegeven in het menu "Bluetooth-
instellingen":
– "PB downl.": het telefoonboek bijwerken
van de telefoon die aan het audiosys-
teem is gekoppeld (bijvoorbeeld nieuwe
contactpersonen toevoegen die nog niet
in het systeem zijn opgenomen).
Om het telefoonboek van uw audiosys-
teem bij te werken, gaat u naar het menu
"Bluetooth-instellingen" door op 10 te druk-
ken. Selecteer "PB downl." met behulp van
de knoppen 4 of de draaiknop 16 op de be-
diening bij het stuurwiel, en druk vervolgens
op 5 of 17 om te bevestigen.
Weergave van de radioteksten
Geef het menu van radioteksten weer door
op 3 te drukken. "beschikbaar" wordt weer-
gegeven op het scherm.
De weergave van de radioteksten kan maxi-
maal 64 tekens bevatten.
Opmerking: als voor het huidige radiosta-
tion geen radiotekst kan worden weergege-
ven, wordt "Geen radiotekst" weergegeven
op het scherm van het audiosysteem.
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.