1.0
INLEIDING
1.1
Aanbeveling
Dit handboek maakt, samen met de CE eenvormigheidverklaring, integraal deel uit van de machine en moet dus goed
bewaard worden.
In geval van eigendomsoverdracht moet het aan de nieuwe eigenaar gegeven worden.
De hierbij volgende inlichtingen, samen met die in het boekje van de motor, worden aangereikt met de bedoeling uw
werk minder vermoeiend en veiliger te maken, en uw aankoop in goede conditie te houden.
We bevelen aan de gehele tekst met de instructies aandachtig te lezen alvorens de eerste ingebruikstelling. Deze lectuur
zal u toelaten veilig en zonder moeilijkheden te werken.
1.2
Waarschuwingen in verband met de veiligheid
In dit boekje hebben we alle punten die te maken hebben met de veiligheid met het volgende teken aangeduid:
Symbool voor opletten.
Als u dit symbool ziet, let dan op voor ongevalrisico, lees aandachtig het bericht dat erop volgt en informeer de andere
gebruikers.
Maak uzelf vertrouwd met de machine door de gebruiksinstructies te lezen voordat u de machine gebruikt.
Laat iedereen die met de machine gaat werken de gebruiksinstructies lezen.
Mensen jonger dan 16 jaar mogen de machine niet bedienen. De bediener is binnen de werkzone van de machine
verantwoordelijk tegenover derden. Gebruik de bijgeleverde beschermingen.
1.3
Voorziene gebruiksomstandigheden
De machine is gebouwd om gras en kleine struiken te maaien in een omgeving van landbouw of bosbouw, bediend door
een bevoegde persoon. Daaruit volgt dat het gebruik ervan onder andere voorwaarden of met andere bedoelingen dan
deze die voorzien zijn, als niet correct beschouwd dienen te worden.
De machine kan op alle hellingen gebruikt worden die voorzien zijn door de motorconstructeur, op voorwaarde dat de
bediener altijd in staat blijft om de machine met voldoende veiligheidsmarge te besturen, zowel voor zichzelf als voor
degenen die zich rondom hem bevinden. De voorziene beschermingen voldoen aan de communautaire norm EN12733.
Deze beschermingen zijn gebouwd met vooral de veiligheid van de bediener voor ogen die, op de normale plaats van de
bediener, niet rechtstreeks geraakt mag worden door stenen of andere voorwerpen die weggeslingerd worden door het
roterende systeem. De bediener moet dus altijd op zijn bestuurdersplaats blijven, achter de machine en met beide
handen de handvatten goed vasthouden.
OPGELET: de bestuurdersplaats mag alleen verlaten worden indien de motor gestopt is en zodra alles
stilstaat.
1.4
De bedieningshendels
Gashendel
De gashendel bevindt zich op het dashboard van de duwboom. Buiten het regelen van het motortoerental, regelt deze
ook het stilleggen van de motor en de chokeklep voor koudstart (starter). Lees het instructieboekje voor het gebruik van
de motor i.v.m. de gashendel.
Versnellingspook
(Alleen beschikbaar voor de versie Pro Speed)
De knop bevindt zich achteraan de machine.
Kies de snelheden als volgt:
1. Traag: knop helemaal ingedrukt naar de machine toe.
2. Normaal: knop halfweg.
4. Snel: knop helemaal uitgetrokken naar de bediener toe.
Hendel voor vooruitrijden
Bevindt zich volledig links aan de duwboom. Door de hendel naar beneden te drukken
schakelt de tractie in en de machine begint vooruit te rijden; indien men loslaat staat de
machine vrij.
Hendel voor achteruitrijden
Wordt bediend door de onderste hendel, uiterst links op de duwboom. Trek deze
omhoog en de machine gaat achteruit, laat hem los en de machine staat vrij.
OPGELET:- deze hendel niet gebruiken samen met de hendel van het vooruitrijden, teneinde de
overbrengingsorganen niet te beschadigen.
NL - 2
(Alleen beschikbaar voor de versie Pro Speed)