Regeling Op Vast Punt; Klimatisatieregeling Met Externe Sonde; Omgevingssonde; Externe Regeling Met Externe Sonde En Omgevingssonde - Extraflame MIX02 Mode D'emploi

menu tabellen en parameters
TYPE AFSTELLING
Vast punt (type 0)
Klimatisatie met externe sonde (type 1)
Klimatisatie met externe sonde en omgevingssonde (type 2)
SET SYSTEEM (enkel type 1 en 2)
Stralingspanelen
Ventilatieconvectoren
Radiatoren
Warmeluchtverwarmers
Parameters (verschillende tabellen naargelang het type
afstelling)
PARAMETERS REGELING OP VAST PUNT
Pf1 Temperatuur aanvoer
Pf2 Temp. Veiligheidsaanvoer
Pf3 Openingstijd klep
PARAMETERS KLIMATISATIEREGELING MET EXTERNE SONDE
Pc1 Factor installatie
Pc2 Temp. Veiligheidsaanvoer
Pc3 Temp. Maximumaanvoer
Pc4 Temp. Minimumaanvoer
Pc5 Openingstijd klep
Pc6 Delta puff er
Pc7 Maximumtemp. puff er
Pc8 Minimumtemp. puff er
PARAMETERS KLIMATISATIEREGELING
MET EXTERNE SONDE EN OMGEVINGSSONDE
Pca1 Factor installatie
Pca2 Temp. Veiligheidsaanvoer
Pca3 Temp. Maximumaanvoer
Pca4 Temp. Minimumaanvoer
Pca5 Openingstijd klep
Pca6 Delta puff er
Pca7 Maximumtemp. puff er
Pca8 Minimumtemp. puff er
Pca9 Correctie omgevingssonde
Pca10 Dagbesparing
Pca11 Nachtbesparing

REGELING OP VAST PUNT

TEMPERATUUR BIJ AANVOER
Temperatuur van het water bij aanvoer naar de installatie. Moet
worden ingesteld op basis van het type verwarmingselementen
en de ontwerpaanwijzingen.
TEMPERATUUR VEILIGHEIDSAANVOER
Maximumtemperatuur die niet mag worden overschreden, om
beschadigingen aan de vloer te vermijden. Wanneer er in de
installatie vloeistof loopt met een hogere temperatuur, wordt
de circulator uitgezet, de mengkraan wordt gesloten. Het is in
ieder geval de verantwoordelijkheid van de installateur om de
aansluiting uit te voeren van een veiligheidsthermostaat op de
voeding van de circulator. Wanneer er een te hoge temperatuur
is, moet het uitzetten van de circulator worden verzekerd.
TIJD OPENEN VAN DE KLEP
Tijd in seconden, die de mengklep nodig heeft om over te gaan
144
van volledig gesloten positie naar volledig open positie.

KLIMATISATIEREGELING MET EXTERNE SONDE

WEERG.
PF
FACTOR INSTALLATIE
SE
Coëffi ciënt van de klimatisatiecurve. Moet worden ingesteld
SA
op basis van het type verwarmingselementen en de
ontwerpaanwijzingen.
PA
TEMPERATUUR
VE
beschrijving)
RA
MAXIMUMTEMPERATUR AANVOER
AE
Maximumlimiet van de klimatisatiecurve. De temperatuur
van de vloeistof overschrijdt deze waarde niet, ook als de
klimatisatiecurve dit zou opleggen.
MINIMUMTEMPERATUUR AANVOER
Minimumlimiet van de klimatisatiecurve. De temperatuur van de
0 - 80
vloeistof daalt niet onder deze waarde, ook als de klimatisatiecurve
0 - 80
dit zou opleggen.
0 - 480
TIJD OPENEN VAN DE KLEP
0.1 - 4
Tijd in seconden, die de mengklep nodig heeft om over te gaan
0 - 80
van volledig gesloten positie naar volledig open positie.
0 - 80
0 - 80
EXTERNE REGELING MET EXTERNE SONDE EN
0 - 480

OMGEVINGSSONDE

0 - 50
FACTOR INSTALLATIE:
0 - 90
TEMPERATUUR
0 - 90
beschrijving),
weergegeven.
0.1 - 4
MAXIMUMTEMPERATUR AANVOER
0 - 80
Maximumlimiet van de klimatisatiecurve. De temperatuur
0 - 80
van de vloeistof overschrijdt deze waarde niet, ook als de
0 - 80
klimatisatiecurve dit zou opleggen.
0 - 480
MINIMUMTEMPERATUUR AANVOER
0 - 50
Minimumlimiet van de klimatisatiecurve. De temperatuur van de
0 - 90
vloeistof daalt niet onder deze waarde, ook als de klimatisatiecurve
0 - 90
dit zou opleggen.
0 – 25
Off – 0 – 25 TIJD OPENEN VAN DE KLEP: (zie vorige beschrijving)
Off – 0 – 25
DAGBESPARING
Externe maximum dagtemperatuur, waarboven de circulator
wordt uitgeschakeld en de mengklep gesloten. Deze functie
kan geactiveerd of uitgeschakeld worden, en is nuttig om de
verwarming te beperken van ruimtes tot de momenten dat den
buitentemperatuur dit eff ectief nodig maakt en om de werking te
optimaliseren in de tussenseizoenen.
NACHTBESPARING
Externe maximum nachttemperatuur, waarboven de circulator
wordt uitgeschakeld en de mengklep gesloten. Deze functie
kan geactiveerd of uitgeschakeld worden, en is nuttig om de
verwarming te beperken van ruimtes tot de momenten dat den
buitentemperatuur dit eff ectief nodig maakt en om de werking te
optimaliseren in de tussenseizoenen.
VEILIGHEIDSAANVOER:
(zie vorige beschrijving)
VEILIGHEIDSAANVOER:
bovendien
wordt een
REGELING OP VAST PUNT
(zie vorige
(zie vorige
alarmbericht