Extraflame MIX02 Mode D'emploi page 130

KLIMATISATIEREGELING MET EXTERNE SONDE EN OMGEVINGSSONDE
Het meest effi ciënte regelingssysteem voorziet het gebruik van een externe sonde waarmee de
temperatuur van de aanvoer naar de installatie wordt veranderd in verhouding tot de ingestelde
klimatisatiecurve en een interne omgevingssonde om compensaties uit te voeren. Een foutieve instelling
van de klimatisatiecurve, de aanwezigheid van onvoorziene interne warmteaanvoer of andere factoren,
kunnen de omgevingstemperatuur veranderen ten opzichte van de waarde die de eindgebruiker wenst.
Om dit te verhelpen, laat de omgevingssonde toe om correctie uit te voeren op de temperatuur bij aanvoer
naar de installatie teneinde de gewenste omgevingstemperatuur te bereiken.
Deze sonde wordt geplaatst op een punt ver verwijderd van warmtebronnen die de regeling zouden
kunnen beïnvloeden, op ongeveer 1,5 m boven de grond.
Bovendien meet de sonde op een uniek punt van de woning, het feit dat ook alle andere omgevingen
dezelfde temperatuurwaarde hebben, hangt uitsluitend af van een correct ontwerp en inwerkingstelling
van de installatie.
In deze confi guratie blijft de verwarmingsvloeistof verder vloeien met een constant debiet in de leidingen,
het enige wat verandert is zijn temperatuur. Daarom wordt de circulator enkel gestopt wanneer er eff ectief
minder warmte wordt gevraagd, dit betekent als de externe temperatuur zeer dicht in de buurt is van de
interne comfortomgevingstemperatuur.
De eindgebruiker voert de regeling uit van de dag-/nacht-/antivriestemperatuur en de
weekprogrammering.
De eindgebruiker heeft de mogelijkheid om de verwarming in de zomerperiode uit te sluiten. Bij een
instelling Winter is de verwarmingsinstallatie, bij een instelling Zomer wordt ze uitgesloten.
Het indicatieve schema voor aansluiting van de centrale wordt in de fi guur hieronder weergegeven:
C Circulator
P Puff er
RC Klimatisatieregelaar
TAMB omgevingssonde
TMAN Sonde aanvoer
WERKWIJZE BESTURING INSTALLATIE
TEXT
P
RC
TS
VM
C
fi guur 1.57
TEXT Externe sonde
TS Veiligheidsthermostaat
VM Mengklep
VT Afstellingsklep
TAMB
TMAN
129