7. Gleuven en openingen in de kast en in het achter- of onderpaneel zijn voorzien voor ventilatie om
een betrouwbare werking van het product te verzekeren en het te beschermen tegen oververhit-
ting. Deze openingen dienen niet geblokkeerd of bedekt te worden. De openingen dienen nooit
geblokkeerd te worden door het product op een bed, sofa, tapijt of gelijkaardig oppervlak te zetten.
Dit product dient nooit nabij of op een radiator of hittebron geplaatst te worden. Dit product dient
niet in een ingebouwde installatie geplaatst te worden, zoals een boekenkast of een rek, tenzij er
voldoende ventilatie voorzien is of de instructies van de fabrikant nageleefd zijn.
8. Behoud een minimale afstand van 10 cm rondom het apparaat om voldoende ventilatie te waarborgen.
9. Niet installeren nabij hittebronnen, zoals radiatoren, registers, kachels of andere apparaten (inclus-
ief versterkers) die hitte produceren.
10. Vernietig het veiligheidsdoel van de gepolariseerde of geaarde stekker niet. Een gepolariseerde
stekker heeft twee pennen, waarvan de ene iets breder is dan de andere. Een geaarde stekker
heeft twee pennen en een derde aardklem. De brede pen of de derde aardklem zijn voorzien
voor uw veiligheid. Als de voorziene stekker niet op uw stopcontact past, dient u een elektricien te
raadplegen voor het vervangen van het verouderde stopcontact.
11. Plaats de voedingskabel en de stekker zo, dat er niet kan worden op getrapt of dat ze niet gekneld
raken en bescherm het punt waar de kabel uit het apparaat komt.
12. Gebruik enkel toebehoren/accessoires die opgegeven zijn door de fabrikant.
13. Trek de stekker van dit apparaat uit tijdens onweersbuiten of als het apparaat een lange tijd niet zal
gebruikt worden.
14. Laat alle onderhoud over aan bevoegd onderhoudspersoneel. Onderhoud is vereist als het ap-
paraat enigszins beschadigd is, als de stroomkabel of stekker bijvoorbeeld beschadigd is, als er
vloeistof gemorst is of voorwerpen in het apparaat gevallen zijn, als het apparaat blootgesteld is
aan regen of vochtigheid, niet correct werkt of gevallen is.
15. Zorg dat het gebruikte stopcontact niet wordt overbelast. Gebruik alleen de voedingsbron zoals
aangegeven.
16. Gebruik reserveonderdelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
17. Na elke aanpassing of reparatie aan dit product, vraag aan een technicus om een veiligheidscon-
trole uit te voeren.
18. Houd het apparaat uit de buurt van metalen voorwerpen (muntstukken, sleutels,...). Laat het ap-
paraat niet in de buurt van een magnetisch veld achter om verlies van gegevens of schade aan het
apparaat te vermijden.
19. Laat het apparaat niet vallen. Stel het niet bloot aan schokken, wrijvingen of stoten. Als u het ap-
paraat transporteert, steek het in een beschermhoes.
20. Bescherm het apparaat tegen vocht en regen. Als het apparaat nat wordt, veeg onmiddellijk droog.
21. Raak het snoer niet aan wanneer uw handen nat zijn en trek niet aan de lader om het van de voed-
ing te ontkoppelen.
22. Om het verlies van gegevens te vermijden, maak een (digitale of papieren) back-up van de infor-
matie die op het apparaat is opgeslagen.
23. Om storing te vermijden, gebruik het apparaat niet naast een ander elektronisch apparaat of een
pacemaker, of in de buurt van medische apparatuur.
24. Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlambare of explosieve bronnen.
25. Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht of een ander extreem warme of koude bron.
26. Haal het apparaat niet uit elkaar, dit maakt de garantie ongeldig.
27. Het stopcontact moet zich dicht bij het apparaat bevinden en eenvoudig bereikbaar zijn.
28. Om het apparaat volledig van de voeding te ontkoppelen, haal de stekker van de netadapter uit het
stopcontact.
29. Stel het apparaat en de netadapter niet bloot aan gedruppel of gespat en plaats geen voorwerpen
gevuld met vloeistof, zoals een vaas, in de buurt.
30. Houd een minimale afstand rond het apparaat voor voldoende ventilatie.
31. De ventilatie dient niet belemmerd te worden door het afdekken van de ventilatieopeningen door
van
voorwerpen zoals een krant, een tafellaken, gordijnen, etc.
32. Plaats geen voorwerp met een open vlam, zoals een brandende kaars, op het apparaat.
33. Het apparaat is ontworpen om te worden gebruikt in een gematigd en/of tropisch klimaat.
digen.
34. Gooi de batterijen op een juiste manier weg. Gooi gebruikte batterijen in de inzamelbakken die voor
dit doeleinde voorzien zijn.
JG7800IM1127_101_V15.indb 37
37
21/3/17 9:42 am