3.
Het bediendeel begint de modules te registreren.
Op het LCD-scherm wordt tijdens de registratie het
bericht Registreren modules (ongeveer 12 seconden)
weergegeven. U hoort een pieptoon en het bericht
verdwijnt.
4.
Controleer de geregistreerde modules. Ga met de
toetsen naar Functies en druk op OK.
5.
Ga naar Logboek en druk op OK. Wanneer de CS535
spraakmodule in het controlepaneel wordt geregistreerd,
wordt een registratiegebeurtenis aan het logboek
toegevoegd. Blader door het logboek om te controleren
of de CS535 spraakmodule is geregistreerd.
T
ELEFOONNUMMERS INSTELLEN
Gebeurtenissen kunnen aan maximaal zes telefoonnummers
worden gemeld. Elk telefoonnummer heeft een eigen
klantnummer, protocol en gebeurtenissen. U moet deze
informatie voor telefoonnummer 1 programmeren. Het
klantnummer dat voor telefoonnummer 1 is geprogrammeerd,
fungeert als standaardklantnummer voor alle overige
telefoonnummers. Gebeurtenissen voor telefoonnummer 1 staan
standaard aan en gebeurtenissen voor telefoonnummers 2 t.e.m.
6 staan standaard uit.
Als voor de telefoonnummers 2 t.e.m. 6 geen meldbare
gebeurtenissen zijn geprogrammeerd, worden ze als back-
upnummers beschouwd. De kiezer doet twee oproepen naar elk
nummer in de reeks. De kiezer voert de kiespogingen net zo
vaak uit als is geprogrammeerd of tot het kiss-off bericht wordt
ontvangen. Het systeem meldt dan de gebeurtenissen die voor
telefoonnummer 1 zijn geprogrammeerd.
Als een telefoonnummer wordt overgeslagen, wordt dit
weggelaten in de meldingsvolgorde. Telefoonnummers worden
ingesteld met behulp van de adressen in tabel 1.
Voor de zes telefoonnummers kan een viercijferig
voorkiesnummer worden gebruikt. Dit voorkiesnummer
wordt gebruikt voor het kiezen van een buitenlijn via een
telefooncentrale of om diensten zoals 'wachten op oproep'
uit te schakelen.
Telefoonnummers configureren (nummer, klantnummer,
protocol)
1.
Ga met de
toetsen naar
Centrale>Communicatie>Meldbanken>Telefoon
voorkiesnummer en druk op OK.
2.
Druk op #
om de huidige waarde te wissen.
3.
Voer een nieuwe waarde in en druk op OK.
4.
Ga naar Telefoonnummers en druk op OK.
5.
Selecteer het desbetreffende telefoonnummer.
6.
Blader door de configureerbare opties voor dit
telefoonnummer. Druk op OK als u een instelling
voor een optie wilt wijzigen.
•
Als u bijvoorbeeld telefoonnummer 1 wilt instellen
op 0852525 met klantnummer 112233 en het
spraakprotocol, voert u een van de volgende
handelingen uit:
•
Kies Telefoon 1 en druk op OK.
•
Ga naar Telefoonnummer en druk op OK.
•
Druk op #
om de huidige waarde te wissen.
•
Toets 0852525 in en druk op OK.
•
Ga naar Klantnummer en druk op OK.
•
Druk op #
om de huidige waarde te wissen.
•
Toets 112233 in en druk op OK.
•
Ga naar Protocol>Spraak en druk op OK.
Gebeurtenissen configureren
1.
Ga met de
toetsen naar
Centrale>Communicatie>Meldbanken>Telefoonnummers
en druk op OK.
2.
Selecteer het desbetreffende telefoonnummer.
3.
Ga naar Gebeurtenissen en druk op OK.
4.
Blader door de meldbare gebeurtenissen voor die telefoon.
Druk op OK om een gebeurtenis te selecteren. Er verschijnt
een sterretje (*) links van de gebeurtenis als deze
momenteel is toegewezen aan het telefoonnummer.
5.
De huidige waarde van de gebeurtenis wordt getoond,
bijvoorbeeld Actief.
6.
Druk op de
toetsen om de waarde te wijzigen.
Wijzig bijvoorbeeld Actief in Niet actief.
7.
Druk op OK om de wijziging te bevestigen.
Aantal kiespogingen instellen
1.
Ga met de
toetsen naar
Centrale>Communicatie>Meldbanken>Kiespogingen>Kiesp
ogingen spraak/pieper/sirene en druk op OK.
2.
Voer nu een van de volgende handelingen uit:
•
Druk op een cijfertoets om de huidige waarde te
wissen en de waarde van de ingedrukte toets te
tonen.
•
Druk op
om de huidige waarde met één eenheid te
verhogen.
•
Druk op
om de huidige waarde met één eenheid te
verlagen.
•
Druk op ## om de huidige waarde op 0 te zetten.
3.
Gebruik de cijfertoetsen om de waarde in te voeren.
4.
Druk op OK om de wijzigingen te bevestigen.
•
Als de nieuwe waarde geldig is, laat het bediendeel
één pieptoon horen om de wijziging te bevestigen
en keert u terug naar de menu-optie.
•
Als de nieuwe waarde ongeldig is, laat het bediendeel
drie pieptonen horen om de wijziging te annuleren
en keert u terug naar de menu-optie.
5.
Druk op Nee om de wijzigingen te annuleren en terug
te keren naar Kiespogingen spraak/pieper/sirene.
Kiesvertraging instellen
U kunt een vertraging programmeren tussen het tijdstip waarop
een alarmgebeurtenis plaatsvindt en het tijdstip waarop de
CS535 spraakmodule spraakberichten verstuurt. Dit houdt in dat
de gebruiker een melding kan annuleren (bijvoorbeeld bij een
vals alarm).
1.
Ga met de
toetsen naar
Centrale>Communicatie>Meldbanken>Kiezervertragingstijd
en druk op OK.
2.
Voer de gewenste kiesvertraging in. Deze tijd kan worden
ingesteld van 0 tot 255 seconden. Druk op OK.
Alles annuleren inschakelen
Met de functie Alles annuleren kan een gebruiker meldingen
annuleren en spraakberichten beëindigen door een
gebruikerscode in te voeren. Dit is bijvoorbeeld handig
bij een vals alarm.
1.
Ga met de
toetsen naar Centrale>Systeem
instellingen>Opties>Overige>Alles annuleren en druk
op OK.
2.
Druk op de
toetsen om de waarde te wijzigen van
Niet actief in Actief.
3.
Druk op OK om de wijziging te bevestigen.
16