1
Veiligheidsopmerkingen
•
Wijzigingen van de ingestelde druk alsmede
herstelwerkzaamheden mogen alleen door de fabriek
worden uitgevoerd. De veiligheidsklep mag onder
geen enkele voorwaarde gedemonteerd worden
•
Het apparaat uitsluitend in perfecte technische
conditie overeenkomstig het gebruiksdoel daarvan
benutten, daarbij rekening houdend met de veiligheid
en eventuele gevaren en Met inachtneming van het
Installatievoorschrift. Met name storingen, die de
veiligheid in gevaar kunnen brengen, onmiddellijk
laten verhelpen.
•
Veiligheidskleppen van het type S245 zijn uitsluitend
bestemd voor de in dit installatievoorschrift vermelde
toepassingsgebieden. Elk ander gebruik of daarvan
afwijkende toepassing wordt geacht met het
gebruiksdoel in strijd te zijn.
2
Technische Data
Media
Standaard medium:
Aansluitingen/afmetingen
Aansluitmaten:
Uitstroomcijfer
TÜV w:
ASME Kd:
Bedrijfstemperatuur
Max. bedrijfstemperatuur
medium:
Wenk:
Certificaar volgens de richtlijnen voor
luchtdrukdoestellen 2014/68/EU, Identificatienummer
van de aangemelde instantie 0035
VOORZICHTIG!
Niet geschikt voor stoom.
3
Montage
3.1 Installatie Richtlijnen
•
Optimaal is als de veiligheidskleppen voor perslucht
verticaal omhoog gericht in een buisleiding of op een
drukreservoir worden ingebouwd. Andere
inbouwposities op aanvraag.
MU0H-1309GE23 R0919
Perslucht. Niet-toxische, niet-
corrosieve en niet-
ontvlambare gassen die in de
atmosfeer mogen worden
geloosd.
Niet geschikt voor zuurstof en
stoom.
1
G
/
" - G 2"
2
0,73
0,863
180 °C (ASME), 260 °C
(TÜV / CE)
NL
•
Verbindingen door alle leidingen, koppelstukken en
niet-automatisch opnieuw sluitende
overdrukvoorzieningen (indien gemonteerd) tussen
een drukvat en de veiligheidsklep ervan moeten ten
minste de ruimte van de veiligheidsklepinlaat hebben
•
De karakteristieken van het stroomopwaartse
systeem moeten zodanig zijn dat het drukverlies de
ontlastingscapaciteit niet tot onder de vereiste waarde
vermindert en geen nadelige invloed heeft op de
goede werking van de veiligheidsklep
•
De opening in de wand van het vat moet zodanig zijn
ontworpen dat een onbelemmerde doorstroming
tussen het vat en de veiligheidsklep wordt verkregen
•
Tussen het vat en de veiligheidskleppen mogen zich
geen tussenliggende afsluiters bevinden
•
Ten minste één keer per jaar moet een ingestelde
drukfunctietest worden uitgevoerd. De gedetailleerde
testprocedure wordt bepaald door de gebruiker
•
Regelmatig onderhoud vereist
3.2 Montage-instructies
1.
Nazien of huls, schroefdraad en verzegeling niet
beschadigd zijn.
• Geen beschadigde kleppen monteren!
2.
Klep afdichten met hennep, isolatie- of koperband.
3.
Ventiel inschroeven en met een geschikte vorksleutel
vastdraaien. Oppassen, dat de klep daarbij niet
beschadigd wordt.
4
Inbedrijfsteööing
1.
De stelknop in de richting van de wijzers van de klok
vastdraaien.
De klep is nu bedrijfsklaar.
VOORZICHTIG!
Wordt de installatie gedurende langere tijd buiten
bedrijf gesteld, dan dient het apparaat in de
antluchtingstoestand te worden geplaatst. Daartoe
dient men de stelknop 2 toeren in de richting
tegenovergesteld aan die van de wijzers van de
klok te draaien.
5
Onderhoud
Controleren of er zich geen stof verzamelt rond het
afvoergebied van de veiligheidsklep.
6
Functiecontroles
De tijdsafstand tussen de verschillende functiecontroles van
het veiligheidsventiel dienen met inachtneming van de
plaatselijke voorschriften voor drukbakken vastgelegd te
worden door diegene, die de installatie gebruikt (minstens
één keer per jaar, volgens de aanbevelingen van de
fabrikant). De gebruiker van de installatie zorgt ervoor dat
deze functiecontroles regelmatig worden uitgevoerd door
vakpersoneel.
7